Driehoekshandel

Vooraf

Het handelskapitalisme van de VOC en de WIC van de 17e eeuw heeft Nederland veel rijkdom gebracht. Maar tegenwoordig wordt niet alleen positief terug gekeken op deze 'Gouden Eeuw'. Met name de driehoekshandel van de WIC was niet iets om trots op te zijn.

Het hoe en waarom van deze driehoekshandel staat centraal in deze opdracht.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je in eigen woorden uitleggen wat een plantage is.
  • kun je de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika inzichtelijk maken met een schema en kaart.

De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.

Inleiding - Slavenarbeid op plantages

 

De grootmachten van Europa veroverden overzeese gebieden.
Ze beheersten met een winstgevende handel in exotische producten de wereldeconomie. Deze exotische producten uit de koloniën waren populair. De handel in de 17e eeuw nam verder toe.

Om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen werden plantages aangelegd. Schepen vertrokken uit West-Europa met handelswaar voor Afrika (vooral vuurwapens, drank, buskruit, ijzer en textiel). Uit Afrika werden voor de plantages slaven aangevoerd. Producten van de plantages werden vervolgens verscheept naar Europa. Zo ontstond een driehoekshandel waarmee veel winst werd gemaakt.

Driehoekshandel - 1

Uit Europa vertrokken schepen om handel te drijven in Amerika en het Caribisch gebied.

Eerst zetten zij koers met een lading goederen (vuurwapens, drank, buskruit, ijzer en textiel) naar West-Afrika. Daar werden producten geruild tegen slaven. Op de slavenmarkt aan de West-Afrikaanse kust werden de slaven gekeurd en ingescheept. Na een lange reis werden de slaven verkocht aan plantagehouders in de koloniën van Zuid- en Noord-Amerika. Vervolgens werden er producten van de plantages op de schepen ingeladen en naar Europa vervoerd. De Nederlandse West Indische Compagnie (WIC) speelde een belangrijke rol in dit systeem.

Driehoekshandel - 2

Ook Nederlandse handelaren speelden een rol in de slavenhandel. De West Indische Compagnie (WIC) had zelfs korte tijd een monopolie op de handel in slaven. In totaal verscheepten Nederlandse schepen ruim half miljoen slaven vanuit Afrika naar Brazilië, Suriname en de Antillen. 

Slavenschepen vertrokken vanuit Afrika met ongeveer 400 à 500 slaven aan boord. De reis van Afrika naar Amerika duurde 2 à 3 maanden. Onderweg stierven veel slaven door ziekte en als gevolg van de ellendige omstandigheden. Een groot deel van de slaven werd verkocht op Curaçao. Naast Nederlanders waren er in Suriname ook veel Engelse, Spaanse, Portugese, Franse en Duitse plantagehouders die slaven kochten. In totaal werden er door de Europese slavenhandelaren ongeveer 10 tot 11 miljoen slaven van Afrika naar de Nieuwe Wereld overgebracht.

Plantages

De plantages hadden veel arbeidskrachten nodig, want de vraag naar producten in Europa nam toe. De producten waren populair en de bevolking in Europa groeide. De plantages specialiseerden zich meestal in één product om het rendement zo groot mogelijk te maken. Er was veel geld te verdienen met de teelt van producten als koffie, katoen, cacao en suikerriet.

In het begin werkten krijgsgevangen Indianen op de plantages. Zij waren echter slecht bestand tegen de slechte behandeling en het loodzware werk. Ook Europeanen zelf waren niet geschikt om op de plantages te werken omdat ze slecht tegen de hitte konden. Er werd besloten om slaven in te voeren uit Afrika. Afrikanen waren fysiek sterk en goed bestand tegen de hitte.
Slaven hadden geen rechten en waren voor hun welzijn volledig afhankelijk van hun eigenaar. Veel slaven werden slecht behandeld en hadden te maken met slechte huisvesting, karig voedsel, geweld en verkrachting.

'Ik was een plantageslaaf. Als slaaf kon je overal terecht komen. De plantages waren het minst gunstig. Veel plantagehouders behandelden ons wreed. Slechts enkelingen behandelden hun werknemers goed. Sommigen lieten hun slaven zelfs een opleiding volgen, bijvoorbeeld om timmerman te worden. Slaven in de stad hadden het beter dan wij op het platteland. Daar hadden slaven zelfs bijbaantjes waarvoor ze loon ontvingen. Enkele slaven konden zichzelf vrijkopen. Er zijn zelfs verhalen dat ex-slaven zelf plantagehouder werden. Dat waren uitzonderingen.'

'We hadden de slaven uit Afrika hard nodig. Wie anders kon al het zware werk doen? Ik had een suikerplantage in Suriname. Vooral in de oogsttijd was er enorm veel zwaar werk te verrichten. Sommige slaven konden het werk niet aan. Die verving ik door betere slaven. Met de verkoop van suiker ben ik schatrijk geworden.'

Suriname

Suriname was een populair handelsgebied voor de Europeanen. Het gebied wisselde nogal eens van eigenaar. In de 17e eeuw bouwden de Engelsen er nederzettingen.
Ze werden er verdreven door de Fransen maar konden het gebied in 1650 terugveroveren. De Engelsen legden meer dan 60 suiker- en cacaoplantages aan en bleven 17 jaar lang aan de macht. Een Zeeuwse vloot zag wel brood in de winstgevende kolonie en nam met een klein leger het gebied in. In een verdrag met de Engelsen werd afgesproken dat de Nederlanders hun bezit in Suriname behielden.
In ruil stond Nederland de kolonie Nieuw Nederland (later New York) af aan Engeland.

In 1775 waren er 600 plantages in Suriname die voornamelijk suiker verbouwden. Net als in de andere plantagegebieden werden slaven geïmporteerd.

Curaçao

In 1634 veroverden Nederlanders Curaçao ten koste van Spanje. Het eiland was niet vruchtbaar maar groeide uit tot een belangrijke handelspost waar slaven werden verkocht aan plantagehouders van de omringende landen. In totaal werden op Curaçao ongeveer 112.000 slaven verhandeld. In 1713 kwam er na de Spaanse Successieoorlog een einde aan de centrale positie van de slavenmarkt op Curaçao.

Afschaffing slavernij

In de tijd van de slavernij ontstond er weerstand tegen deze praktijken. Vooral toen de ideeën van de Verlichting steeds gangbaarder werden, gingen mensen nadenken of gelijkheid en vrijheid misschien ook moesten gelden voor slaven. De eerste organisaties voor mensenrechten waren gericht op het beëindigen van de slavernij. Dit streven naar afschaffing van de slavernij noem je abolitionisme.

In de 18e eeuw werd veel werk overgenomen door machines. Vooral in de landbouw namen machines het werk van slaven over. Er kon zo meer worden geproduceerd tegen minder kosten. In Engeland, het land waar voor het eerst op grote schaal machines werden ingezet in het productieproces, werd de slavenhandel in 1807 verboden. De meeste andere landen volgden dit voorbeeld.

Opdracht 1

De grootmachten van Europa veroverden overzeese gebieden. Ze beheersten de wereldeconomie met een lucratieve handel in exotische producten. Deze exotische producten uit de koloniën waren populair. De handel in de 17e eeuw nam verder toe. Om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen werden plantages aangelegd. Uit Afrika werden slaven aangevoerd. Producten van de plantages werden vervolgens verscheept naar Europa. Zo ontstond een driehoekshandel waarmee veel winst werd gemaakt.

KB: Driehoekshandel
KB: Plantages

Bekijk nu ook de volgende twee videoclips over de handel en het vervoer van slaven.

Video: Handel in slaven

Video: Op het schip

Vragen:

  1. Waar of niet waar?
    De Europeanen hebben in het westen van Afrika op grote schaal plantages aangelegd.
  2. Waar of niet waar?
    Op één plantage werden verschillende gewassen verbouwd zoals koffie, thee, suikerriet en tabak.
  3. Waar of niet waar?
    Vanaf het allereerste begin werden slaven uit Afrika gehaald om de plantages te bewerken.
  4. Met welke producten aan boord vertrokken de schepen vanuit Europa naar Afrika?
    1. koffie, suikerriet en tabak
    2. drank, textiel en wapens
    3. slaven
  5. Met welke producten aan boord vertrokken de schepen vanuit Afrika naar Amerika?
    1. koffie, suikerriet en tabak
    2. drank, textiel en wapens
    3. slaven
  6. Welke producten werden vanuit Amerika naar Europa verscheept?
    1. koffie, suikerriet en tabak
    2. drank, textiel en wapens
    3. slaven
  7. Speelde Nederland een belangrijke rol in de driehoekshandel?
    1. Nee, Nederlandse schepen voeren alleen naar het Oosten (Nederlands Indië).
    2. Ja, de West Indische Compagnie had korte tijd een monopolie op slavenhandel.

Opdracht 2

Driehoekshandel op de kaart

Ga op zoek naar een (deel van een) wereldkaart waarop je de driehoekshandel kunt weergeven.

Geef op de kaart ook aan waar Europeanen veel plantages aanlegden.
Maak met woorden en/of afbeeldingen duidelijk wat een plantage is.

Geef op de kaart met woorden en een afbeelding aan welke producten van waar naar waar werden vervoerd. Maak duidelijk waarom deze handel bekend is onder de naam driehoekshandel.

Geef op de kaart met woorden en/of afbeeldingen aan hoeveel slaven er vanuit Afrika naar Amerika zijn verscheept en hoe de overtocht verliep.

 

Interessante bronnen van informatie over de driehoekshandel en slavernij zijn de websites van

het Zeeuws Archief

En Slavernij en jij

 

Met onderstaande link kom je bij de gereedschapskist - kaart tekenen -

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Begrippenlijst

Driehoekshandel
Vanuit Europa vertrokken handelsschepen met handelswaar (vooral vuurwapens, buskruit, drank, ijzer en textiel) naar de Goudkust in Afrika. Daar werden de handelswaren geruild tegen slaven, die in de forten aan de kust waren verzameld. De slaven werden vervolgens ingescheept en naar Amerika vervoerd. Daar werden de slaven verkocht en van de winst werden producten van de plantages ingekocht. Daarna voeren de schepen terug naar Europa om de producten daar weer te verkopen.

WIC
De West-Indische Compagnie werd in 1621 opgericht om handel te drijven met Afrika en Amerika. Het kreeg net zoals de VOC een monopolie op die handel. De WIC handelde in goud, ivoor en vooral slaven, die vanuit Afrika naar Amerika werden gebracht.

Kolonie
Een kolonie is een overzees gebiedsdeel dat onder het bestuur van een ander land staat. Vaak wordt zo'n gebied veroverd om winst mee te maken.

Slavenhandel
Het kopen en verkopen van mensen om door middel van deze handel in slaven financieel voordeel te kunnen behalen.

Slaven
Slavernij is een toestand waarin een mens eigendom is van een ander of als zodanig behandeld wordt.

Handelspost
Een handelspost is een plaats waar handel gedreven wordt.

Arbeidskracht
Iemand die werkt of kan werken.

Plantages
Op de plantages in Noord- en Zuid-Amerika werden producten verbouwd, waar veel arbeidskracht (slaven) voor nodig was en die veel winst opleverden. De plantages specialiseerden zich meestal in één product om het rendement zo groot mogelijk te maken.