Griekse beschaving

Vooraf

Rond 800 v.Chr. ontstond in Griekenland een beschaving die zelfs vandaag nog veel invloed heeft.
In deze opdracht leer je wie de oude Grieken waren, waar ze woonden, hoe ze dachten over het bestuur en over de mens, de wereld en de goden.


Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • in eigen woorden uitleggen waarom Griekenland geen eenheidsstaat was.
  • illustreren hoe en waarom de Grieken zich vanuit hun stadstaten hebben verspreid over een groot gebied.
  • in eigen woorden beschrijven wanneer en hoe een democratie ontstond in Athene.
  • ordenen wat de oorzaken en gevolgen waren van de spanningen tussen Sparta en Athene.

Inleiding - De Griekse beschaving

In het gebied dat nu Griekenland heet, ontstond tussen 800 en 500 v.Chr. een grote hoeveelheid stadstaten (polis = stadstaat, poleis = meervoud), zo’n 700 in totaal. De machtigste stadstaten waren Athene en Sparta.

Een stadstaat bestond uit één stad met daaromheen een stuk land.
De macht in een stadstaat lag meestal bij enkele adellijke families. In enkele poleis waren ook volksvergaderingen waaraan alle mannen mochten deelnemen. Die vorm van inspraak legde de basis voor de moderne democratie. Het gebied van de Griekse poleis werd later deel van het Romeinse Rijk. De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over.

 

Tot de 8e eeuw v.C. waren de meeste poleis een monarchie. De stadstaten werden bestuurd door een koning, die door erfopvolging aan de macht kwam. Vanaf de 8e eeuw v.C. werd de macht in veel stadstaten overgenomen door een kleine groep grootgrondbezitters. Een regering waarbij de macht in handen is van een kleine groep rijken of aanzienlijken noemen we een aristocratie

Soms wist één aristocraat alle macht naar zich toe te trekken. Zo'n bestuursvorm, waarbij iemand op een onwettige manier de alleenheerschappij in handen kreeg, noemen we een tirannie

 

Geboorte democratie

De democratie als staatsvorm komen we voor het eerst tegen bij de Grieken in Athene. In deze machtige stadstaat eisten verschillende groepen in de maatschappij politieke invloed.

Athene was de machtigste stadstaat van het oude Griekenland. In 509 v.Chr. werd daar een belangrijke politieke regel ingevoerd. Alle vrije mannen van 18 jaar en ouder mochten meebeslissen in de politiek. Ongeveer 10% van de bevolking nam de politieke beslissingen. Vrouwen, kinderen, slaven (1/3 van de bevolking) en mensen van buiten Athene hadden geen stemrecht.

De democratische regeringsvorm was een gevolg van de opkomst van ‘nieuwe rijken’. Naast de traditionele landadel was een succesvolle klasse van handelaren ontstaan.
Deze eiste op basis van haar rijkdom een deel van de politieke macht op. Ook de arme boeren en burgers eisten politieke invloed. Uiteindelijk besloot men tot bovengenoemde maatregel en was de geboorte van de democratie een feit.

 

Burgerschap

Athene werd bestuurd door de burgers. Niet iedere inwoner van Athene bezat het burgerschap van de stadstaat. Alleen een volwassen man van wie de vader én de moeder in Athene geboren waren, mocht zich burger noemen en bezat de daarbij horende rechten. Hij mocht land bezitten en deelnemen aan de volksvergadering. Vrouwen, vreemdelingen en slaven waren uitgesloten van het burgerschap en bezaten deze rechten niet.

Schervengericht

Het schervengericht was een speciale bevoegdheid van de volksvergadering. Mensen die een gevaar vormden voor de democratie konden uit de stadstaat verbannen worden. Tijdens een schervengericht krasten alle aanwezigen de naam van een ongewenste burger op een potscherf. De man die 6000 stemmen kreeg, moest binnen tien dagen de stad verlaten en mocht tien jaar lang niet meer terugkeren. 

De Acropolis

De Acropolis, letterlijk vertaald "de bovenstad", was het bestuurlijke en godsdienstige centrum van de stad Athene. Zij ligt nog steeds op een strategische prachtige plek met uitzicht over de zee. De Acropolis werd in 480 v.Chr. volledig verwoest als gevolg van een oorlog met de Perzen.

Het Parthenon is het meest in het oog springende gebouw van de Acropolis. In ongeveer 450 v.Chr. werd begonnen met de herbouw. Het Parthenon was het eerste monumentale gebouw dat herrees. Deze tempel was gewijd aan de beschermgodin van Athene. Het Parthenon wordt gezien als een hoogtepunt van de Griekse bouwkunst uit de klassieke periode.

In de beelden zie je hoe het gebouw er in vol ornaat uit moet hebben gezien. Het gebouw heeft in totaal 46 zuilen met een diameter van bijna 2 meter en ruim 10 meter hoogte. De gevels van de tempel waren oorspronkelijk rijkversierd. Een deel van deze versieringen is in het begin van de 19de eeuw meegenomen door Lord Elgin en verkocht aan het British Museum in Londen.

 

Vele oorlogen

De grootste vijand van de Griekse stadstaten en van Athene in het bijzonder was het rijk van de Perzen. In de periode 490-479 v.Chr. werden veel oorlogen gevoerd. De samenwerking tussen de Griekse poleis verliep stroef. Vele poleis waren beducht voor blijvende Atheense overheersing. Een doorbraak werd bereikt toen de machtige vloot van Athene in 480 v.Chr. de Perzische vloot versloeg.

Tussen Athene en de andere machtige stadstaat Sparta ontstond een geduchte concurrentiestrijd. In de periode 431 v.Chr. Tot 404 v.Chr. waren beide steden voortdurend met elkaar in oorlog. Sparta wist de oorlog uiteindelijk van Athene te winnen. Lang duurde de vreugde niet, want Sparta werd op haar beurt samen met de andere Griekse poleis onder de voet gelopen door het machtige rijk van Macedonië onder leiding van Alexander de Grote.

Athene

Kenmerken:

  • Democratie met volksvergadering ➙ nemen belangrijke beslissingen,
    kiezen 10 leiders voor leger en vloot.
  • Dagelijks bestuur in handen van wisselende groep van 50 leden.
  • Geen stemrecht voor vrouwen, slaven, buitenlanders, kinderen onder de 18.
  • Stichting van vele koloniën.
  • Belangrijke rol van de handel.
  • Cultuur en kunst hoog ontwikkeld.

Athene had een sterke militaire vloot.
Ook de handelsvloot was groot en zwermde uit over het Middellandse Zeegebied.

Vanuit Athene werden overzee veel koloniën gesticht. Bijvoorbeeld in Italië, Zuid-Frankrijk, Spanje, Egypte en Libië, Turkije en rond de Zwarte Zee.

 

Sparta

Kenmerken:

  • Oligarchie/aristocratie (raad van edelen).
  • Dagelijks bestuur in handen van enkele notabelen.
  • Oorlogszuchtig, gericht op annexatie van land.
  • Geen koloniën maar veroveringen.
  • Zeer sterk leger. Alle mannen waren soldaat. Leiding in handen van twee erfelijke koningen.
  • Cultuur minder ontwikkeld.

De cultuur van Sparta was geheel gericht op discipline, vechten en fysieke moed en kracht. Jongens gingen vanaf hun 7e jaar naar een militair trainingskamp om als soldaat te worden opgeleid. Ook meisjes ondergingen een strikt trainingsregime. Sparta was een agressieve stadstaat. Volkeren in dezelfde regio werden slaaf gemaakt (Heloten) en gedwongen te werken.

 

Een rationeel wereldbeeld

De oude Grieken hadden net als andere volkeren een mythologische verklaring voor de wereld.
De Griekse mythen en sagen worden bevolkt door Goden en halfgoden die de wereld en de oerelementen water, vuur, aarde en lucht beheersen.

Van mythologie naar onderzoek

Eerst dachten de Grieken dat alle natuurverschijnselen, het leven en de dood, oorlogen, het weer en vele andere zaken, in gang werden gezet door de vele goden.

Uiteindelijk zochten zij ook andere verklaringen voor de verschijnselen in de wereld om hen heen. Het bestuderen van de wereld werd gedaan door knappe denkers. Zij hielden zich bezig met het bestuderen van de natuur, de sterrenhemel, wiskunde, geneeskunde en nog veel meer. Geleerden zoals Socrates en Plato betwijfelden of het gewone volk wel de juiste beslissingen kon nemen voor de polis. Aristoteles vond dat juist de wetenschap moest beginnen met waarnemen. Daarna moesten de juiste, logische conclusies worden getrokken. 

Onderwijs

De invoering van de democratie in Athene had niet alleen gevolgen voor het bestuur maar ook voor het onderwijs. Om goede bestuurders te krijgen werd er veel aandacht besteed aan de opleiding. Ook werd het debat, iemand overtuigen van een politiek standpunt, een waardevolle vaardigheid. Om dat goed te leren werd er in het onderwijs veel aandacht besteed aan het redenen en het argumenteren.

De poleis

Als we spreken over het oude Griekenland is het alsof we spreken over één land. Een dergelijke eenheidsstaat was Griekenland zo'n 800 v.Chr. niet. Er was sprake van een groot gebied met ongeveer 700 vergelijkbare onafhankelijke stadstaten (poleis). Elke stad (polis) had zijn eigen bestuur.

In de meeste stadstaten was de politieke macht in handen van slechts enkele rijke adellijke families. Een dergelijke regeringsvorm noemen we een aristocratie. Er waren ook uitzonderingen: enkele stadstaatjes hielden volksvergaderingen waarbij alle mannen aanwezig waren en meebeslisten.

Op het gebied van de taal, godsdienst, onderwijs, wetenschap en kunst waren er veel overeenkomsten tussen de poleis. Die overeenkomsten werden ook door de inwoners van de poleis als zodanig ervaren. De Olympische Spelen waren een uiting van dat gevoel van verbondenheid. Het doel van het organiseren van de Olympische Spelen was het verbeteren van de relaties tussen de verschillende stadstaten.

Bevolkingsgroei en kolonisatie

Rondom de stadstaten was vruchtbare grond schaars. Omdat de bevolking groeide, werd doorlopend naar mogelijkheden gezocht om het gebied uit te breiden.

Dat leidde tot veel onderlinge oorlogen, maar ook tot emigratie. Er werden expedities ondernomen naar gebieden overzee om een nieuw bestaan op te bouwen.

Rond de Zwarte Zee en in Zuid-Italië werden Griekse koloniën gesticht. Tussen de koloniën en de oude Griekse poleis ontwikkelde zich een levendige handel. Door emigratie verspreidde de Griekse cultuur zich over het hele Middellandse Zeegebied. Tegelijkertijd kwam de Griekse cultuur in aanraking met andere hoogontwikkelde culturen zoals die van Babylonië en Egypte.

Opdracht 1

De Poleis
In het gebied dat nu Griekenland heet, ontstond tussen 800 en 500 jaar v.Chr. een grote hoeveelheid stadstaten (polis = stadstaat, poleis = meervoud ), zo’n 700 in totaal. De machtigste stadstaten waren Athene en Sparta.

De macht in een stadstaat lag meestal bij enkele adellijke families. In enkele poleis waren ook volksvergaderingen waaraan alle mannen mochten deelnemen. Die vorm van inspraak legde de basis voor de moderne democratie. Het gebied van de Griekse poleis werd later deel van het Romeinse Rijk. De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over.

 

Video: De oude Grieken

Bekijk bovenstaande video en maak daarbij aantekeningen. Verwerk deze aantekeningen in je map "aantekeningen" in OneNote. Maak een nieuwe pagina met de titel: Histoclips de oude Grieken.

Bestudeer in de tekst hierboven het volgende onderdeel Griekse beschaving. 

KB: Griekse beschaving

Beantwoord de onderstaande vragen en verwerk zowel vragen als antwoord in OneNote, map "huiswerk" en geef jouw pagina de titel: Griekse beschaving.

Vragen:

  1. Hoeveel stadstaten telde Griekenland tussen 800 en 500 v. Chr.?
    1. Ongeveer 70 stadstaten
    2. Ongeveer 700 stadstaten
  2. Waarom spreek je over Griekenland in die tijd niet van een eenheidsstaat?
    1. Omdat de centrale regering niet overal in Griekenland soldaten had.
    2. Omdat iedere stad onafhankelijk was en zichzelf bestuurde.
  3. Waar of niet waar?
    In veel stadstaten was de macht in handen van rijke adellijke families.
    1. Waar
    2. Niet waar
  4. Hoe noem je een regeringsvorm waarbij de politieke macht in handen is van slechts enkele rijke adellijke families?
    1. Aristocratie
    2. Democratie
  5. Waar of niet waar?
    Doordat er in Griekenland voldoende grond was, was er geen sprake van emigratie naar andere landen.
    1. Waar
    2. Niet waar


Bekijk nu de volgende video.

Opdracht 2

 

Maak ook de volgende twee opdrachten.

1
Hoewel de Grieken hun poleis verschillend bestuurden, voelden ze zich toch verbonden.
Kies vier zaken uit onderstaand lijstje die de Grieken wel verbonden.

Behandeling slavenOlympische SpelenGodsdienstTaalHandelEconomieDemocratiePolitiekKunst


2
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een democratie en een aristocratie.
Gebruik in je antwoord het woord volksvergadering.

Opdracht 3

Bevolkingsgroei en kolonisatie
In het onderdeel Bevolkingsgroei en kolonisatie heb je kunnen lezen waarom de Grieken zich verspreidden over het hele Middellandse Zeegebied.
Hieronder zie je zes zinnen. De zinnen staan niet in de goede volgorde.
In welke volgorde vormen de zinnen een logisch verhaal?

  1. Daardoor nam de behoefte aan voedsel toe.
  2. Door de emigratie verspreidde de Griekse cultuur zich over het Middellandse Zeegebied.
  3. De bevolking in de stadstaten groeide.
  4. Rondom de stadstaten was de vruchtbare grond schaars.
  5. Daarom werd steeds gezocht naar mogelijkheden om het grondgebied uit te breiden.
  6. Het gevolg was emigratie naar bijvoorbeeld Zuid-Italië.

Goede volgorde: .....   - .....   - .....   - .....   - .....   - .....   - .....

Vergelijk je antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Komen jullie antwoorden overeen? Heeft je klasgenoot iets anders?
Bespreek dan de verschillen.

Opdracht 4

 

Bestudeer nu in de tekst hierboven de onderdelen "Geboorte democratie" en "De Atheense democratie". 

KB: Geboorte democratie

Video: De Atheense democratie

Beantwoord over dit onderdeel de volgende vier vragen:

  1. In welk jaar werd de democratie in Athene ingevoerd?
    1. 1509 v.Chr.
    2. 509 v.Chr.
    3. 509 n.Chr.
  2. Welk deel van de Atheense bevolking mocht meebeslissen in de democratie?
    1. Ongeveer 1/3 deel.
    2. Alle mannen achttien jaar en ouder met Atheense ouders.
    3. Alle slaven, vrouwen en buitenlanders.
  3. Waar of niet waar?
    De democratische regeringsvorm is ontstaan doordat de handelaren meer invloed op het bestuur wilden.
    1. Waar
    2. Niet waar
  4. Welk antwoord is onjuist?
    De Acropolis in Athene:
    1. was de bovenstad van Athene.
    2. was de markt van Athene.
    3. was de plek waar de godsdienstige gebouwen stonden.
    4. werd in 480 v.Chr. volledig verwoest door de Perzen.

Opdracht 5

 

Bekijk de video over de Opvoeding in Sparta.

Bestudeer nu in de tekst hierboven de informatie over de vele oorlogen en de verschillen tussen Athene en Sparta.

KB: Vele oorlogen

Vergelijk Sparta en Athene.
Geef per uitspraak aan bij welke stadstaat de uitspraak het beste past.

  1. Deze stadstaat had een sterk landleger.
  2. Deze stadstaat had een sterke vloot.
  3. Deze stadstaat had veel koloniën.
  4. Deze stadstaat had geen koloniën.
  5. Deze stadstaat had een democratisch bestuur.
  6. Deze stadstaat had een aristocratisch bestuur.

Opdracht 6

Perikles
Perikles (495-429 v. Chr.) was een belangrijk staatsman in de Atheense stadstaat. Hij stond bekend om zijn welsprekendheid en zijn democratische ideeën.

Bij een onderzoek naar de ideeën van Perikles vindt je twee bronnen:

  1. Het pamflet ‘Over Themistokles, Thukydides en Perikles’, geschreven door Stesimbrotus van Thasos (470-420 v. Chr.). Hierin werd Perikles ervan beschuldigd een affaire te hebben met zijn schoondochter. Tijdgenoten van Stesimbrotus noemen hem een roddelaar.
  2. Het boek ‘Parallelle Levens’, geschreven door Plutarchus (46-120) waarin een biografie van Perikles is opgenomen. In dit boek worden de levens beschreven van beroemde Griekse en Romeinse personen. Plutarchus raadpleegde oude geschriften en inscripties die later verloren zijn gegaan.

Volgens Jochem is bron 1 het betrouwbaarst. Helen vindt bron 2 juist betrouwbaarder.
Geef een argument waarom bron 1 betrouwbaarder is.
Geef ook een argument waarom bron 1 niet betrouwbaar is.
Doe hetzelfde met bron 2.

Begrippenlijst

Stadstaten/Polis
Stad en omliggend gebied met een eigen bestuur.

Athene en Sparta
De twee machtigste stadstaten uit het oude Griekenland.

Socrates, Aristoteles en Plato
Drie filosofen uit het oude Griekenland die de basis hebben gelegd voor het westerse denken en doen.

Volksvergaderingen
Tijdens de volksvergaderingen mochten de mannen uit de stadstaten meebeslissen in de politiek.

Democratie
Regeringsvorm waarbij de macht bij het volk of een gedeelte van het volk ligt.

Aristocratie
Regeringsvorm waarbij de politieke macht in handen is van enkele rijke adellijke families.

Monarchie

Regeringsvorm waarbij de macht bij één persoon (een koning) ligt, die vaak door erfopvolging aan de macht komt. 

Tirannie

Regeringsvorm waarbij de macht bij één persoon  ligt, die op een onwettige manier aan de macht is gekomen.

Burgerschap

Iemand die burgerrechten heeft. Een burger is een inwoner van een stad met bepaalde rechten.

Schervengericht

Systeem waarbij door stemming besloten wordt iemand te verbannen (ostracisme).