Het Romeinse Rijk-2
Vooraf
Van een kleine nederzetting groeide Rome uit tot de hoofdstad van een machtig rijk.
In deze opdracht kijk je naar de groei van het Romeinse imperium.
Daarnaast kijk je naar hoe het Romeinse Rijk geregeerd werd.
Aan het eind van deze opdracht kun je
- uitleggen wat wordt bedoeld met het Romeinse imperium en kun je aangeven hoe het groeide.
- in je eigen woorden weergeven wat de Pax Romana is.
- weergeven hoe de politieke besluitvorming in de periode 509 v.Chr. tot 130 v. Chr. werkte.
Inleiding - Romeinse Rijk
Uit een klein dorp genaamd Rome, ontstond het machtige Romeinse Rijk dat het hele Middellandse Zeegebied, een groot deel van West-Europa en het Midden-Oosten bestreek. De Romeinen waren in eerste instantie niet zo origineel of beter dan andere volkeren. Wel waren ze harde vechters en meesters in het overnemen en vervolmaken van het waardevolle uit andere culturen.
Het aangaan van voordelige bondgenootschappen leverde de Romeinen veel macht en nieuwe gebieden op. De Romeinen waren bewonderaars van de Griekse beschaving. Dat is te zien aan de Romeinse bouwstijl. Onderworpen volkeren kregen een eenvoudige keuze: de dood of meedoen. Dit laatste kwam vaak beide partijen ten goede. De Romeinen konden zo met minimale middelen een groot grondgebied beheersen.

Groei van het Romeinse imperium
Van een kleine nederzetting groeide Rome uit tot een machtig rijk. In de eerste periode breidde het grondgebied van Rome zich uit over Italië en de rest van Zuid-Europa.
Onder Julius Caesar groeide het Romeinse Rijk uit tot een wereldrijk. Grote delen van Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika kwamen onder Romeins bestuur. De Romeinen zorgden voor een goed wegennet. Langs de routes door het Romeinse Rijk stonden grenspalen. Belangrijk voor het rijk, want zo waren ook de meest afgelegen delen goed bereikbaar en gemakkelijker te besturen.
Toen de Romeinen West-Europa veroverden hebben ze een stedelijke cultuur met zich meegenomen. Rome was, met waarschijnlijk wel 1 miljoen inwoners, de grootste stad, maar ook in andere delen van het Romeinse Rijk vormden steden en dorpen de bouwstenen van het Romeinse Rijk. Nog steeds was het grootste deel van de bevolking boer en woonde op het platteland, maar ambacht en handel waren belangrijke bestaansmiddelen. Er was sprake van een agrarisch-stedelijke samenleving.
Van Rome tot wereldrijk
Rome
Rome was oorspronkelijk een doorwaadbare plaats van de rivier de Tiber waar voornamelijk herders woonden. Daar konden Grieken uit het zuiden en Etrusken uit het noorden de rivier oversteken. In de streek rondom Rome, Latium genoemd, woonden verschillende volken zoals de Etrusken en de Latijnen. Wie de eerste inwoners van Rome waren is niet helemaal duidelijk.
Aangenomen wordt dat Rome een verzamelplaats was voor herders, zwervers en rovers. Rond 600 v.Chr. ontwikkelde zich uit een klein aantal nederzettingen die er al eeuwen waren, de stad Rome. De basis werd gevormd door zeven heuvels waarop de stad zich uitbreidde.
264 v.Chr.
De inwoners van Rome leverden regelmatig strijd met de stammen in de omgeving. Inzet was onder meer de schaarse landbouwgrond en de macht over de handel. De Romeinen waren spijkerharde militairen en kwamen steeds als sterkste uit de strijd. Rome sloot bondgenootschap met de inwoners van de overwonnen gebieden.
Sommige overwonnenen kregen burgerrechten en privileges, anderen niet: zij werden gebruikt als slaven. Dit werd bewust gedaan om tweedracht te zaaien. Overwonnen stammen werden gedwongen om trouw aan Rome te zweren en soldaten te leveren voor de volgende oorlog. Tegen 264 v.Chr. viel een groot deel van het huidige Italië onder de heerschappij van Rome.
218 v.Chr.
Rome was rond deze tijd uitgegroeid tot een regionale grootmacht. Ook op zee kregen de Romeinen veel macht. Een botsing met concurrent en grootmacht Carthago aan de andere kant van de Middellandse Zee in het huidige Tunesië kon daarom niet uitblijven.
In de periode van de Punische oorlogen (264 v.Chr.-146 v.Chr.) was het erop of eronder voor zowel Rome als Carthago.
133 v.Chr.
Uiteindelijk trok Rome in de Punische oorlogen aan het langste eind en vernietigde de stad Carthago in 146 v.Chr. Zo kwam het grondgebied en de Middellandse Zeekust grotendeels in de handen van Rome en daarmee ook de handel over zee.
Aan de andere kant van het Middellandse Zeegebied riepen de Grieken de hulp van Rome in tegen de Macedonische overheersing. De Griekse steden kwamen onder Romeins bestuur te staan.
44 v.Chr.
Deze fase van de uitbreiding van het Romeinse Rijk is vooral te danken aan de bekendste Romein: Julius Caesar (100-44 v.Chr.). Beroemd is zijn zevenjarige oorlog tegen de Galliërs. Door strategische bondgenootschappen met plaatselijke stammen wist hij te voorkomen dat de Germaanse stammen eensgezind tegen de Romeinen vochten.
Bondgenoten die trouw zwoeren aan Rome werden beloond met een vorm van zelfbestuur. Nieuw veroverde gebieden buiten het huidige Italië werden door Caesar als provincies aan het Romeinse territorium toegevoegd. Een provincie kwam onder bestuur te staan van een gouverneur uit Rome.
14 n.Chr.
Caesar werd in 44 v.Chr. door zijn politieke tegenstanders in de Senaat vermoord. Uiteindelijk kwam in de strijd om de opvolging zijn neef en adoptiezoon Octavianus als winnaar uit de bus. Hij kreeg van de Senaat de eretitel Augustus (de verhevene).
Onder keizer (afgeleid van de naam Caesar) Augustus (27 v.Chr.-14 n.Chr.) ontstond de Pax Romana oftewel de Romeinse Vrede. Het was een lange aaneensluitende periode van bijna twee eeuwen waarin er bijna geen oorlog was. Zo kon de handel zich goed ontwikkelen. In het gehele Romeinse Rijk werden in deze periode veel wegen aangelegd en kwamen grote bouwwerken van de grond.
90 n.Chr.
De opvolgers van de keizer Augustus zorgden in deze eeuw voor de laatste uitbreidingen. Zo werden onder keizer Claudius Engeland en Wales veroverd.
115-117 n.Chr.
Onder keizer Traianus bereikte het Imperium Romanum zijn grootste omvang.
Romeinse regeringsvormen
Het Romeinse Rijk heeft meerdere regeringsvormen gekend. In de eerste eeuwen was Rome een koninkrijk. De laatste koning werd verdreven in 509 v.Chr.
Vanaf het begin van de 6e eeuw v.Chr. werd het Romeinse Rijk een republiek. In een republiek is de macht verdeeld over meerdere partijen (zie schema hiernaast). In de Romeinse Republiek lag de macht vooral bij de consuls, de Senaat, de Volksvergadering en de afgevaardigden daarvan: de Volkstribunen.
In een oligarchie is de macht in handen van een kleine groep mensen die behoren tot een bevoorrechte klasse of stand. Deze mensen kunnen te onderscheiden zijn door onder andere hun rijkdom, familiebanden of aanzien.

De republiek ging ten onder aan de interne machtsstrijd als gevolg van de vele veroveringen. Onder Augustus werd Rome een keizerrijk. Onder de alleenheerschappij van sterke keizers kende Rome periodes van vrede waarin de klassieke cultuur over een groot gebied werd verspreid.
Tegenstelling plebejers en patriciërs
Een tijdbom onder de Romeinse politiek was de tegenstelling tussen de rijke patriciërs en de armere bevolkingsgroep, de plebejers. De rijke patriciërs in de Romeinse Senaat hadden de meeste macht. Het gewone volk, de plebejers, koos de rijkste plebejers als spreekvoerders van de plebejers in de volkstribunen. De rijke plebejers wilden evenveel politieke macht als de patriciërs. Uiteindelijk leidde de klassenstrijd tussen plebejers en patriciërs tot bloedige burgeroorlogen.

De kloof tussen beide groepen ontstond als gevolg van de vele veroveringsoorlogen. De patriciërs wisten zich te verrijken met nieuw veroverd land. De meeste arme plebejers moesten ver van huis als soldaat vechten.
De veroveringen leidden tot een toevloed van slaven en een toename van de politieke machtsstrijd in Rome. Rome verviel in 130 v.Chr. tot burgeroorlogen, politieke chaos en geweld. Door de alleenheerschappij van keizer Augustus kwam er tijdelijk een einde aan de machtsstrijd en werden de grenzen versterkt. Rond 400 konden de keizers de immigratie van vele nieuwe volken niet meer tegenhouden. Deze volksverhuizingen en het economische verval maakten rond 500 een einde aan het Romeinse bestuur.
Opdracht 1
Groei Romeinse imperium
Bestudeer in de tekst hierboven het onderdeel over de groei van het Romeinse Rijk:
Beantwoord de volgende zeven vragen.
- Rome is ontstaan uit een aantal nederzettingen die al eeuwen bestonden.
In welke periode is dat gebeurd?- Rond 6000 v.Chr.
- Rond 1000 v.Chr.
- Rond 600 v.Chr.
- Vul in.
Tegen ……… viel een groot deel van het huidige Italië voor het eerst onder de heerschappij van Rome.- 600 v.Chr.
- 264 v.Chr.
- 44 v.Chr.
- Met welke grootmacht aan de andere kant van de Middellandse Zee vocht Rome de Punische oorlogen uit?
- Egypte
- Sparta
- Carthago
- Waardoor kwamen de Griekse steden onder Romeins bestuur te staan?
- Doordat de Grieken de hulp van de Romeinen inriepen tegen de Macedonische overheersing.
- Doordat de Romeinen aan het langste eind trokken in de oorlog tegen Carthago.
- Waar of niet waar?
Onder het bewind van Julius Caesar werd het huidige Frankrijk aan het Romeinse Rijk toegevoegd.- Waar
- Niet waar
- Waar of niet waar?
De Pax Romana is een periode van twee eeuwen waarin de Romeinen hun grootste overwinningen haalden.- Waar
- Niet waar
- Hoe heette de Romeinse keizer die zorgde voor de verovering van Engeland en Wales?
- keizer Claudius
- keizer Nero
- keizer Traianus
Hebben jullie dezelfde woorden opgeschreven? Bespreek de verschillen.
Opdracht 2
Castellum
In een stad in Nederland zijn onder de grond der resten gevonden van een Romeins castellum.

Op de kaart van Nederland zie je vier plaatsen aangegeven (A: Amsterdam, B: Utrecht, C: Zwolle en D: Zutphen).
In welke stad op de kaart kunnen de resten van het castellum gevonden zijn?
Opdracht 3
Romeinse rijk
Julius Caesar veroverde tijdens zijn leven grote delen van West-Europa, waarbij ook een deel van ons land bij het Romeinse rijk gevoegd werd. Hij schreef in zijn boek De Bello Gallico de eerste geschreven berichten over deze gebieden.
- Volgens sommige historici eindigde hiermee in Nederland de prehistorie. Andere historici zijn het daar niet mee eens. Kun je reden bedenken waarom sommige historici het daar niet mee eens zijn?
- Julius Caesar schreef zijn boek over de oorlog in Gallië omdat hij van plan was zich te laten kiezen tot consul, de hoogste bestuurder in Rome in die tijd. Deze bedoeling van Caesar maakt hem een minder betrouwbare bron voor de oorlog in Gallië.
Leg dit uit.
Opdracht 4
Zilveren denarius
Bekijk de afbeeldingen.

Je ziet de voorzijde en achterzijde van een zilveren denarius uit de Romeinse tijd gevonden bij Didam, Gelderland.
Marik leidt uit de de vondst af dat het gebied waarin Didam ligt tot het Romeinse Rijk behoorde. Leg uit waarom Marik deze conclusie niet mag trekken.
Opdracht 5
Burgerrechten
De Romeinen hebben grote invloed gehad op onze rechtspraak.
Lees de volgende Romeinse ideeën over de rechtspraak maar eens:
- Alle rechten en plichten moeten in wetten worden vastgelegd.
- Alle wetten moeten voor iedereen gelijk zijn.
- Een verdachte moet de kans krijgen zich tegen een aanklacht te verdedigen.
In tegenstelling tot wat je misschien denkt, gold de Romeinse rechtspraak niet voor alle inwoners van het Romeinse Rijk. De rechtspraak gold alleen voor inwoners met het Romeinse burgerrecht.
Zoek in de Kennisbank of op internet het antwoord op de volgende vragen op:
- Hadden alle inwoners van Rome het Romeinse burgerrecht? Welke inwoners wel? Welke inwoners niet?
- Welke belangrijke hervorming voerde Julius Caesar op dit punt door?
- Waarom kregen sommige volkeren die door de Romeinen werden overwonnen wel burgerrechten en anderen niet?
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Opdracht 6
Groei Romeinse imperium
Bestudeer uit de tekst hierboven het onderdeel over Romeinse regeringsvormen:
Geef van de volgende 'stelllingen' aan of ze waar of niet waar zijn.
- Rome is vanaf het eerste begin een republiek geweest.
- De patriciërs waren de rijke Romeinen.
- Ten tijde van de republiek waren de plebejers niet vertegenwoordigd in de volksvergadering.
- De senaat, die werd bevolkt door patriciërs, had het recht om wetten tegen te houden.
Opdracht 7
Eindproduct
Gebruik onderstaande link:
https://sway.office.com/POx9L5PFdIG6UpX1?ref=Link
Als eindproduct van deze opdracht maak je een krant over Julius Caesar. Dit doen we in drietallen. We gaan gebruikmaken van de site: http://www.nieuwstool.nl/
Daar kun je online een krantenpagina maken. In totaal is er ruimte voor zes artikelen. Gebruik ook het blokje ‘inhoud’ rechtsboven. Je kunt om te typen gewoon in één van de artikelen klikken. Je kunt ook alle titels en plaatjes aanpassen. Je mag zelf weten welk artikel je waar plaatst. Als het goed is krijg je zo een krant die ons over de belangrijke momenten uit de tijd van Julius Caesar vertelt.
Tevreden?
Laat de toets dan beoordelen door je docent.

Begrippenlijst
Agrarisch-stedelijke cultuur
In het Midden-Oosten ontwikkelden zich steden. Die ontwikkeling sloeg over naar Europa: Griekse en Romeinse steden. Zo ontstond de agrarisch stedelijke samenleving.
Romeinse wereldrijk
De Romeinen vormden tussen ongeveer 750 v.Chr. tot circa 400 n.Chr. door veroveringen een groot rijk, dat de hele Middellandse Zee omvatte. Zij veroverden ook Griekenland. De Romeinse cultuur werd beïnvloed door de Griekse cultuur, vandaar de Grieks-Romeinse cultuur.
Veroveringen – Julius Caesar
Romeinse legers onderwierpen het ene na het andere volk. Het was Julius Caesar die Gallië aan het Romeinse Rijk toevoegde tot ongeveer de rivier de Rijn.
Wegennet
De Romeinen zorgden voor goede wegen in het Rijk, zodat legers zich (relatief) snel konden verplaatsen.
Grenspalen
Langs de routes door het Romeinse Rijk stonden grenspalen.
Republiek
In een republiek is de macht verdeeld over meerdere partijen. In de Romeinse Republiek lag de macht vooral bij de consuls, de Senaat, de volksvergadering en de afgevaardigden daarvan: de Volkstribunen.
Patriciërs
De rijke, machtige, bevolkingsgroep van de Romeinen.
Plebejers
De arme, ondergeschikte, bevolkingsgroep van de Romeinen.
Consuls
De twee consuls waren de machtigste bestuurders in het Romeinse Rijk ten tijde de Romeinse Republiek.
Volksvergadering/Volkstribune
Groep plebejers die de rechte van de plebejers verdedigen en proberen om de plebejers gelijk te stellen aan de rijke patriciërs.
Senaat
Groep patriciërs met veel politieke macht.
Hierin is de macht in handen van een kleine groep mensen die behoren tot een bevoorrechte klasse of stand. Deze mensen kunnen te onderscheiden zijn door onder andere hun rijkdom, familiebanden of aanzien.
Maak jouw eigen website met JouwWeb