Handelskapitalisme
Vooraf
Door de ontdekkingsreizen hadden de Spanjaarden en Portugezen een wereldrijk opgebouwd. Ook andere landen, waaronder de Republiek der Nederlanden, kregen belangstelling voor de rijkdommen uit de overzeese gebieden. Hoe het economisch ging met de Republiek der Nederlanden in de periode 1600-1700 leer je in deze opdracht.
Aan het eind van de opdracht:
- kun je in eigen woorden uitleggen waarom Nederlanders geïnteresseerd waren in de overzeese gebieden.
- geef je de betekenis van de afkortingen VOC en WIC weer en kun je uitleggen waarom de VOC en WIC werden opgericht.
- kun je illustreren hoe het economisch leven in de Republiek der Nederlanden veranderde.
- kun je in je eigen woorden beschrijven wat handelskapitalisme is.
De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.
Inleiding - Handelskapitalisme en wereldeconomie
Rond het jaar 1500 werden de wereldzeeën verkend door Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers. Door de omvang en ligging van de overzeese gebieden die beide landen veroverden, kun je spreken van een wereldrijk.
Door het succes van Portugal en Spanje kregen meer landen belangstelling voor de overzeese rijkdommen. Voor expedities naar onbekend gebied was veel geld en mankracht nodig. Het risico was voor de investeerders hoog, want de uitkomst was onzeker. Engeland en de Republiek werden vanaf 1600 de belangrijkste zeemachten.
Lange reizen
Specerijen zoals nootmuskaat, foelie en kruidnagel waren in de 16e eeuw goud waard. Deze producten werden in Azië geteeld en verhandeld door Portugese kooplieden.
De Portugezen beschermden hun handelsroutes en hun navigatiekaarten goed.
De Nederlanders en Engelsen die ook in specerijen wilden handelen, werden door de Portugezen buiten de deur gehouden. In de Republiek legden kooplieden geld bij elkaar om schepen, wapens en bemanning te bekostigen.

Aan het einde van de 16e eeuw vertrokken geregeld schepen op zoek naar gebieden in Indië om handel te drijven. Sommige schepen kwamen terug met een kostbare lading maar veel anderen gingen onderweg verloren.
Veel bemanningsleden kwamen onderweg om het leven door ondervoeding, geweld of schipbreuk.
Reizigers
Cornelius de Houtman 1565-1599
Ik was de eerste Nederlandse ontdekkingsreiziger die naar Indië voer. Omdat de Spaanse havens door de oorlog voor ons Nederlanders waren afgesloten, konden we daar geen handeldrijven. We moesten op zoek naar een eigen route naar het verre Indië.
In 1595 vertrok ik uit Nederland met vier schepen en maakte de zwaarste reis uit mijn leven. We hebben toen van alles meegemaakt: honger, uitputting, ruzie, geweld, ziekte en heel veel sterfgevallen. We hadden maar één belang: rijkdom vergaren door de handel in specerijen.

Toen we in 1597 eindelijk weer terugkwamen in Nederland, was twee derde van de bemanning omgekomen. Toch was de reis een succes, omdat ik als eerste Nederlander bewees dat het mogelijk was om via een eigen vaarroute naar Indië te varen. Zo legde ik de basis voor de vaarroutes van de VOC.
Ik kwam nogal ongelukkig aan mijn einde. Tijdens een nieuwe reis naar Indië werd ik op Sumatra gevangengenomen en gedood.
Petrus Plancius 1552-1622
Ik vluchtte tijdens de Opstand vanuit de zuidelijke Nederlanden naar de Republiek. Ik was zowel protestants predikant als zeevaartkundige.
Ik wist precies wat de Nederlandse ontdekkingsreizigers nodig hadden: goede kaarten om hun plaats te kunnen bepalen op zee. Als briljant cartograaf heb ik die in overvloed gemaakt.
Ik heb heel veel tijd, geld en werk gestoken in nieuwe expedities. Informatie over routes, kusten, bevoorradingsplekken en de stand van de sterren nam ik over van de Portugezen. Na elke Nederlandse expeditie kreeg ik nieuwe informatie. Zo kon ik elke keer een nieuw stukje van de puzzel invullen en werden mijn kaarten steeds nauwkeuriger.

Matroos
Als arme weesjongen van 12 kwam ik via het weeshuis als matroos op een VOC-schip. Daar had ik een spannend maar ook heel zwaar leven. Met de andere matrozen onderhield ik het schip en werkte aan boord.
De reizen duurden heel erg lang. We waren meestal wel 2 jaar van huis. Onderweg maakten we veel mee. Ik heb onvoorstelbare mooie dingen gezien, maar ook vaak erg gruwelijke dingen meegemaakt.
Van de 300 man op een schip bleven er vaak maar 100 over. We kregen allerlei ziekten en de stank op het tussendek was niet te harden.
Onze voorraden waren beperkt zodat we soms helemaal niets meer te eten hadden. Meestal ging het een maand of drie na vertrek mis. Dan werd de een na de ander ziek. Als we onderweg fruit konden inslaan waren we weer even gered.

VOC en WIC

Hierboven zie je de gebieden en vaarroutes van de WIC en de VOC.

Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602-1799)
De expedities van Nederlandse schepen naar Indië hadden bewezen dat het mogelijk was om naar Indië te varen. In 1602 werd de VOC opgericht die een einde moest maken aan de onderlinge concurrentie van allerlei kleine maatschappijtjes die elkaar tegenwerkten. De VOC kreeg het alleenrecht (monopolie) om handel te drijven.
De VOC wordt vaak de eerste multinational ter wereld genoemd. Het was een voor die tijd zeer moderne handelsmaatschappij. Net als grote bedrijven in onze tijd was de VOC gebaseerd op kapitaal van verschillende aandeelhouders. Met dat geld werden schepen gekocht of gehuurd en uitgerust met wapens en bemanning. De aandeelhouders staken geld in de onderneming omdat ze hoopten geld terug te verdienen.
De vaart naar Azië werd een zeer winstgevende onderneming en de VOC groeide uit tot een machtige vloot. De VOC kreeg van de Staten-Generaal toestemming om handelsovereenkomsten aan te gaan, nederzettingen te stichten en oorlog te voeren tegen concurrenten. De VOC werd dus ondersteund door de overheid. In haar tweehonderdjarig bestaan maakten schepen van de VOC ongeveer 8000 reizen naar en binnen Azië. Er werd met de handel enorm veel geld verdiend. Rond 1750 had de VOC 2000 schepen en ongeveer 30.000 bemanningsleden.

Dit nam één schip met 300 mensen aan boord mee:

Geld verdienen bij de VOC
In de tijd van de VOC waren er verschillende munteenheden in omloop. Omgerekend naar euro's kostte het bouwen van één schip in die tijd ongeveer 50.000 euro. Als je dat bedrag met 50 vermenigvuldigt weet je wat zo'n schip zou kosten als het nu gebouwd zou worden.


West-Indische Compagnie (1621-1792)
De West-Indische Compagnie (WIC) werd in 1621 opgericht toen de wapenstilstand met de Spanjaarden afliep (Twaalfjarig Bestand ). De maatschappij was op dezelfde manier opgezet als de VOC, maar had minder macht. Het belangrijkste doel was om zoveel mogelijk rijkdom te vergaren ten koste van de vijand: Spanje en Portugal. De WIC stond veel meer dan de VOC in het teken van de oorlog tegen Spanje.
De handelsroutes van de WIC vormden een driehoek. Goud, tabak, suiker en slaven waren de belangrijkste handelswaar. WIC-schepen vervoerden slaven van de Afrikaanse kusten naar het Caribisch gebied.

West Indische-Compagnie
De kaapvaart was een lucratieve en legale bezigheid. In oorlogstijd de overheid kaperbrieven uit, waarmee kapers toestemming kregen om schepen van landen waarmee ze in oorlog waren aan te vallen. De kapers stonden een deel van de buit af aan de overheid.
Spanje en Portugal hadden grote bezittingen in suiker- en tabaksplantages, en goud- en zilvermijnen in Latijns-Amerika. Opbrengsten en winst moesten vroeg of laat worden getransporteerd naar Europa. Engelse en Hollandse kapers probeerden dit soort transporten te onderscheppen en de buit in te nemen.
Zo slaagde admiraal Piet Heyn er in 1627 in om met een WIC-vloot van 31 schepen een Spaanse zilvervloot te overmeesteren.
De enorme buit aan zilver en kostbaarheden had een waarde van ruim 11 miljoen gulden. Een ongekend groot bedrag, zeker voor die tijd.
Daarmee werd Piet Heyn in één klap een vaderlandse held. Een deel van de opbrengst ging naar de WIC en een deel ging naar de staatskas. Piet Heyn zelf kreeg 6000 gulden, een gouden keten, een drinkhoorn en een medaille.


Nederland
De VOC bestond uit zes Kamers: die van Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Delft, Rotterdam en de kamer Zeeland (Middelburg). Deze Kamers vormden de organisatorische basis van de VOC-reizen. In deze steden bevonden zich de pakhuizen waar de schepen werden uitgerust.
Bij terugkeer van de schepen werd op die plek de verkoop geregeld van de meegevoerde producten. In het centrale bestuur van de VOC speelde Amsterdam een dominante rol.
Veel stedelijke en landelijke bestuurders van de Republiek hadden belangen in de VOC. Door die bestuurlijke verwevenheid waren de belangen van de Republiek en de VOC onlosmakelijk met elkaar verbonden.
VOC schepen
De VOC-schepen werden gebouwd op scheepswerven rond Amsterdam, Rotterdam en in de Zaanstreek.
Het duurde ongeveer 8 maanden om een schip te bouwen. Sommige werven bouwden er wel 4 tegelijk. Dat is heel wat sneller dan de 10 jaar die we nu nodig hebben om één schip na te bouwen. Voor één VOC-vrachtschip waren honderden bomen en kilometers touw nodig.
Hiernaast zie je een VOC-kanon waarmee de schepen waren uitgerust.
De zwaar bewapende koopvaarders van de VOC overtroefden de koopvaarders van de Portugezen.


Afbeelding boven: Dit gebouw is het voormalige stadhuis uit 1770 in Batavia (huidige Jakarta) in Indonesië. Het was de hoofdstad van de VOC-gebieden in Oost-Indië (nu: Indonesië).
Vanuit het VOC-hoofdkwartier werden de handelsreizen gecoördineerd. Vanuit Batavia werden de omliggende gebieden langzaam maar zeker in cultuur gebracht.
Afbeelding midden: Een hoofdkwartier van de VOC in India.
Afbeelding onder: Een gevreesde ziekte was scheurbuik. Door gebrek aan vitamine C kregen bemanningsleden hevige buikkrampen en uitval van haar en tanden.
Beurs
Afbeelding 1: De handel met Indië bracht een hele nieuwe economie voort. Hier zie je de koopmansbeurs in Amsterdam waar ongeveer 400 verschillende soorten goederen (onder andere specerijen, porselein, koffie, tabak, zijde) uit alle windstreken werden verhandeld. Handelaren uit de hele wereld kwam je hier tegen.
Afbeelding 2: Koopmansbeurs in Amsterdam (1611)

Economische ontwikkelingen: Gouden Eeuw - 1
De handel met de overzeese gebieden was natuurlijk niet de enige economische bedrijvigheid in de Nederlanden. De meeste mensen vonden een bestaan in de nijverheid en de landbouw. Maar ook daar veranderde het een en ander.
Werd er in de middeleeuwen vooral geproduceerd op bestelling, na 1500 werd er steeds meer geproduceerd voor een groeiende markt. Een producent nam dus meer risico. Met een grotere productie kon hij een grotere winst maken maar hij wist nooit zeker of hij al zijn producten zou verkopen. Om meer te kunnen produceren nam ook de loonarbeid toe, er waren immers meer arbeidskrachten nodig.

Op de afbeelding zie je het haringkaken, het schoonmaken van vis aan boord en het pekelen daarvan, een uitvinding met behoorlijke gevolgen. Vanaf ongeveer 1400 werd deze methode toegepast. Door het haringkaken werd de haringvisserij een winstgevende bezigheid. Er kwamen veel meer vissers die nu weken van huis konden blijven. Een 'simpele' uitvinding als het haringkaken betekende zo een economische impuls voor vissersstadjes. Ook de handel in zout werd een belangrijke economische activiteit.
Ook op het platteland van de Nederlandse Republiek waren ondernemingen van allerlei slag: er waren commerciële zuivelbedrijven, verkopers van haring, kleding, gereedschap voor het boerenbedrijf, molenaars, rivierschippers en scheepswerfhouders.
Grotere stedendichtheid
De meeste economische activiteiten speelden zich echter af in de havensteden en nijverheidscentra: Leiden, Haarlem, Rotterdam, Middelburg, Amsterdam en wat kleinere plaatsen in Friesland en Holland. Alleen al in het Amsterdam van 1620, (120.000 inwoners), waren er 2600 winkelhouders: slagers, bakkers, kruideniers, wijn-, vis- en fruithandelaren.
Op de afbeeldingen hiernaast zie je de Beemster in Noord-Holland. Dit was de eerste grote met windmolens drooggemalen polder. Er was door de groei van de steden behoefte aan meer landbouwgrond. Amsterdamse kooplieden, onder wie veel VOC-kooplieden, financierden de drooglegging.

Economische ontwikkelingen: Gouden Eeuw - 2
De groeiende stedelijke bevolking had een meer marktgerichte en gespecialiseerde landbouw tot gevolg. De teelt van hoogwaardige graangewassen als tarwe, van handelsgewassen als koolraap, koolzaad, meekrap, tabak, hop en vlas werd uitgebreid. Gespecialiseerde kwekerijgebieden, veelal in nieuwe droogleggingen, bevoorraadden de Hollandse steden met groenten en fruit. Er kwam ook steeds meer veeteelt. Maar de akkerbouw ging achteruit: uit de Oostzeegebieden werd goedkoop graan ingevoerd. Deze graanhandel was enorm belangrijk voor de steden.
De haringvisserij bloeide tussen 1590 en 1650, vooral dankzij de export naar de Oostzeegebieden. De walvisvangst was eerst het monopolie van de Noordse Compagnie (1612-1642). Na haar ontbinding vertienvoudigde het aantal walvisjagers (1642-1660). Van alle takken van de visserij droeg de walvisvaart het meest bij tot de werkgelegenheid

De rijkdom van de Republiek was vooral gebaseerd op het monopolie op de handel in massagoederen. De Republiek was in staat internationaal veel goederen te vervoeren voor weinig geld. In eerste instantie profiteerden vooral Amsterdam en omgeving van deze handel.

Maar later profiteerde bijvoorbeeld ook het noordoosten van Nederland van de sterke economische groei. De turfhandel speelde hierbij een belangrijke rol. Turf werd in deze periode een zeer belangrijke brandstof. De vraag naar turf kwam vooral uit de grote steden en toen vanaf 1628 de veenbieden in Oost-Groningen werden ontgonnen, profiteerden Groningen en omgeving van de grote vraag naar turf.
Opdracht 1
Rond het jaar 1500 werden de wereldzeeën verkend door Portugese en Spaanse ontdekkingsreizigers. Door de omvang en ligging van de overzeese gebieden die beide landen veroverden, kun je spreken van een wereldrijk. Door het succes van Portugal en Spanje kregen meer landen belangstelling voor de overzeese rijkdommen. Voor expedities naar onbekend gebied was veel geld en mankracht nodig. Het risico was voor de investeerders hoog want de uitkomst was onzeker.
Bestudeer 'Lange reizen' 'Reizigers' en beantwoord de vragen.
KB: Lange reizen
KB: Reizigers
- Welke twee landen waren rond 1500 het meest succesvol met het veroveren van overzeese gebieden?
- Republiek der Nederlanden en Engeland.
- Portugal en Spanje.
- Waarom waren de overzeese gebieden in de 16e eeuw vooral interessant voor de Europese landen?
- Om producten die in Europa werden gemaakt in de overzeese gebieden te kunnen verkopen.
- Om producten die in de overzeese gebieden werden verbouwd in Europa te kunnen verkopen.
- Hoe heette de eerste Nederlandse ontdekkingsreiziger die naar Indië voer?
- Cornelis de Houtman
- Petrus Plancius
- In welk jaar vertok deze Nederlandse ontdekkingsreiziger vanuit Nederland op zoek naar Indië?
- Het jaar 1595
- Het jaar 1610
- Was de reis van deze ontdekkingsreiziger een succes?
- Nee, hij werd gevangen genomen door inboorlingen en gedood.
- Ja, hij legde de basis voor de vaarroutes van de VOC.
- Waarom was het werk van Petrus Plancius belangrijk voor de ontdekkingsreizigers?
- Hij maakte kaarten waarmee ontdekkingsreizigers konden bepalen waar ze zich op zee bevonden.
- Hij bedacht een methode waarmee ontdekkingsreizigers ervoor konden zorgen dat voedsel langer houdbaar was.
- Hoe lang duurde een reis naar Indië ongeveer?
- Ongeveer 2 maanden.
- Ongeveer 2 jaar.
- Waardoor overleefde meestal slechts een klein deel van de matrozen de reizen naar Indië?
- Veel matrozen stierven omdat de Nederlandse schepen werden aangevallen door Spaanse of Portugese schepen.
- Veel matrozen stierven omdat er voor zo’n lange reis te weinig gezond eten aan boord was.
Opdracht 2
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer het volgende onderdeel:
KB: VOC
KB: WIC
Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen:
- In welk jaar werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht?
- Het jaar 1598
- Het jaar 1602
- Waarom werd de VOC opgericht?
- Om een eind te maken aan de concurrentie tussen allerlei kleine maatschappijtjes.
- Om samen beter oorlog te kunnen voeren tegen de Spanjaarden.
- Wie waren de eigenaren van de VOC?
- De leden van de Staten-Generaal.
- De aandeelhouders.
- Op welke manieren werd de VOC ondersteund door de overheid?
- De aandeelhouders van de VOC hoefden geen belasting te betalen.
- De VOC kreeg onder andere toestemming om handelsovereenkomsten in het buitenland aan te gaan.
- De VOC heeft bijna 200 jaar bestaan.
Hoeveel reizen binnen en naar Azië zijn er in die periode gemaakt?- ongeveer 800
- ongeveer 8000
- In welk jaar werd de West-Indische Compagnie opgericht?
- Het jaar 1612.
- Het jaar 1621.
- De vloot waarmee Piet Heyn in 1627 een Spaanse zilvervloot overmeesterde was …
- een WIC-vloot.
- een VOC-vloot.
- De vaarroutes van de WIC-schepen vormden een driehoek. Wat vervoerden de WIC-schepen van Afrika naar het Caribisch gebied?
- goud
- slaven
- In welke zes Nederlandse steden waren er pakhuizen van de VOC?
- Amsterdam, Middelburg, Rotterdam, Antwerpen, Groningen en op Texel.
- Amsterdam, Middelburg, Hoorn, Enkhuizen, Delft en Rotterdam.
- Welke bewering klopt?
- Op een VOC-schip mocht geen alcohol gedronken worden.
- Op een VOC-schip werden levende dieren als voedsel meegenomen.
- VOC-schepen werden gebouwd op scheepswerven. Hoe lang duurde het bouwen van één schip?
- Ongeveer 8 maanden.
- Ongeveer 8 jaar.
- Hoe heet de ziekte die veel bemanningsleden kregen door gebrek aan vitamine C?
- Scheurbuik.
- Hepatitis.
- Hoe duur was het bouwen van een VOC-schip?
- Omgerekend ongeveer 50.000 euro.
- Omgerekend ongeveer 500.000 euro.
- Hoeveel verdiende een matroos per maand bij de VOC?
- Omgerekend 5 euro.
- Omgerekend 50 euro.
- Wat werd er verhandeld op de Amsterdamse koopmansbeurs?
- De goederen die de schepen naar Nederland hadden gebracht.
- De aandelen van de VOC.
Opdracht 3
Batavia in 1740
Ga opnieuw naar de Kennisbank geschiedenis:
KB: Economische ontwikkelingen
Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen:
- In welke twee economische sectoren werkten de meeste Nederlanders in de 17e eeuw?
- Waar ontstonden in de Republiek de meeste steden? En waarom ontstonden die steden juist daar?
- Welke beroepen hadden de mensen in de steden?
- Leg uit waarom door een groeiende stedelijke bevolking er een verandering in de landbouw nodig was.
- Wat wordt bedoeld met drooglegging? Waarom was de drooglegging belangrijk?
Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Opdracht 4
Republiek
In 1600 telt Amsterdam, de belangrijkste stad van de Republiek, ongeveer 50.000 inwoners, in 1660 zijn dat er ongeveer 200.000. Deze bevolkingsgroei wordt grotendeels veroorzaakt door de economische bloei van de Republiek.
- Waardoor kwam de Republiek economisch tot grote bloei.
- En waarom leidde deze grote bloei tot een grote bevolkingsgroei van Amsterdam.
Video: Amsterdam omstreeks 1600
Opdracht 5
Louis de Geer
Hieronder enkele gegevens over Luis de Geer (1578-1652):
1 Op jonge leeftijd verhuist de protestantse Louis met zijn familie van de Zuidelijke Nederlanden die onder Spaans beheer zijn, naar de Republiek.
2 In 1615 gaat Louis de Geer met zijn zwager, de wapenfabrikant Trip, naar Amsterdam en sluit een overeenkomst met een Zweedse handelsmaatschappij, waardoor hij kan beschikken over koper en ijzer uit Zweden.
3 Tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) leent De Geer grote bedragen aan de protestantse koning van Zweden die hem allerlei gunsten verleent.
4 In Zweden bouwt De Geer een wapennijverheid op, hij laat daar kanonnen vervaardigen die vervolgens verscheept worden naar Amsterdam. Daar verkoopt De Geer ze op de stapelmarkt.
5 Bij zijn overlijden laat De Geer een vermogen van 1,5 miljoen gulden (= nu ongeveer 150 miljoen euro) en een huis aan de Keizersgracht in Amsterdam na.
Uit deze gegevens komt de bijzondere economische positie van de Republiek aan het eind van de 16e en begin van 17e eeuw naar voren.
Met welk twee gegevens uit het leven van De Geer is de bijzondere economische positie van de Republiek het best uit te leggen? Motiveer je antwoord.

Begrippenlijst
Economische wereldmacht
De Republiek dreef zeer veel handel (voornamelijk over zee) en werd daardoor het rijkste land ter wereld.
Specerijen
Specerijen zijn planten en/of plantendelen die aromatisch smaken of ruiken of scherpe smaak hebben. Ze kunnen aan voedsel worden toegevoegd als smaak- en geurmiddel.
Ondervoeding
Situatie waarin iemand te weinig voedsel en-of voedsel van een slechte kwaliteit binnenkrijgt; er is dan sprake van onvoldoende energietoevoer.
Kooplieden
Personen die handelsproducten kopen of verkopen om winst te maken.
Petrus Plancius
Een Vlaams astronoom, geograaf, bewindhebber van de VOC en predikant.
Matroos
Een persoon die alle algemene en voorkomende werkzaamheden aan boord van een schip verricht die nodig zijn om het schip rein en zeewaardig te houden.
Cornelius de Houtman
Een Nederlandse koopman en ontdekkingsreiziger die als opperkoopman met de eerste Nederlandse expeditie naar Oost-Indië voer.
Aandeelhouder
Mede-eigenaar van een onderneming, bezit aandelen van een bedrijf.
Multinational
Een onderneming die in meerdere landen tegelijk geregistreerd en/of werkzaam is.
VOC
In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. Het was een vereniging van bedrijven die al bezig waren met de zeehandel met Azië en nu gingen samenwerken, in plaats van elkaar tegen te werken. De VOC kreeg van de Republiek een monopolie op de handel met Azië.
WIC
De West-Indische Compagnie werd in 1621 opgericht om handel te drijven met Afrika en Amerika. Het kreeg net zoals de VOC een monopolie op die handel. De WIC handelde uiteindelijk vooral in slaven, die vanuit Afrika naar Amerika werden gebracht.
Monopolie
Een monopolie is een besluit dat maar één bedrijf in een bepaald product mag handelen. De VOC kreeg een monopolie op de handel met Azië.
Handel met Azië
In Azië groeiden veel producten die in Europa niet groeiden. De Europeanen waren vooral geïnteresseerd in specerijen en andere luxeproducten.
Marktgericht
De mate waarin ondernemingen rekening houden met alle partijen die een rol spelen in hun markt.
Loonarbeid
Werken tegen betaling.
Beemster
De eerste grote met windmolens drooggemalen polder.
Handelsgewas
Een handelsgewas is een landbouwproduct dat niet voor eigen consumptie wordt geteeld, maar voor de handel.
Nijverheid
Beroepswerkzaamheden waarbij iets wordt gemaakt of bewerkt.
Inpolderingen
De Republiek bestond voor een groot deel uit moerassig gebied en wateren. Om die gebieden te kunnen gebruiken, werden ze ‘ingepolderd’. Dat betekent dat ze door een systeem van molens drooggepompt werden, zodat er nieuwe grond ontstond.
Droogmakerij
Een meer of water wordt omdijkt en drooggemalen. Op die manier heeft men vanaf de zestiende eeuw land gewonnen.
Turfwinning
Turf is gedroogd veen. Turf kan als brandstof gebruikt worden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb