Vooraf

In het jaar 394 riep de Romeinse keizer het christendom uit tot staatsgodsdienst. Vanaf dat moment verspreidde het christendom zich snel over Europa. In deze opdracht staat die verspreiding van het christendom centraal.

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • uitleggen hoe het christendom zich onder Karel de Grote verder verspreidde over Europa.
  • de rol van kloosters bij de verspreiding van het christendom in Europa beschrijven.
  • illustreren hoe het leven in een klooster eruitzag.

De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.

 

Christendom onder de Romeinen

De Romeinse keizer Constantijn maakte in 313 een einde aan de christenvervolgingen en steunde de oprichting van kerken. Constantijn had in diverse oorlogen belangrijke overwinningen geboekt. Dat kwam door de steun van de god van de christenen, was zijn overtuiging.

Toen hij het Romeinse Rijk ging besturen vanuit Byzantium, later omgedoopt tot Constantinopel, liet hij in deze stad vele christelijke kerken bouwen. Constantinopel werd een van de grootste en architecturaal een van de mooiste steden van de wereld.

In het jaar 394 riep de Romeinse keizer Theodosius het christendom uit tot officiële staatsgodsdienst. Het christendom verspreidde zich in die jaren snel over Oost- Europa. Keizer Theodosius onderdrukte christelijke ketterij en bestreed het heidendom

Vanaf 392 mochten aanhangers van andere godsdiensten hun erediensten en rituelen niet meer uitvoeren. Heidenen mochten geen officiële ambten meer bekleden. Voor Theodosius was het christendom een belangrijk middel om eenheid te smeden in het Romeinse Rijk. Als iedereen in één god geloofde, was het makkelijker om één volk te zijn. Heidense tempels werden vernietigd of geschikt gemaakt voor de christelijke eredienst zoals ook het Pantheon in Rome.

Christendom onder Clovis

Niet alleen de Romeinen zagen de voordelen van het christelijke geloof. Clovis, de koning van de Franken (een verzameling Germaanse stammen), stond volgens de overlevering in het jaar 496 tegenover een overmacht van vijandige Alamannen (een verbond van Germaanse volkeren tussen Rijn en Donau). Nadat Clovis tot de god van de christenen had gebeden, overmeesterde hij op eenvoudige wijze zijn vijanden.

Clovis en zijn volgelingen bekeerden zich tot het christendom en werden bondgenoten van de Rooms-Katholieke Kerk. Het was een belangrijke gebeurtenis voor de geschiedenis van Europa. Het bondgenootschap maakte beide partijen sterker. De kerk kon vertrouwen op de militaire kracht van de Franken en de verdere verspreiding van het christendom. De Frankische koningen werden in hun zucht naar macht en nieuwe veroveringen nu gesteund door de onder de Romeinen machtig geworden kerk.

De bisschoppen in de grote steden die na de val van Rome waren gebleven, speelden een belangrijke rol bij het nieuwe bestuur onder de Franken. Clovis probeerde van zijn oude en nieuwe onderdanen één volk te maken door het christelijk geloof verplicht te stellen.

Willibrord en Bonifatius

Bij de verspreiding van het christendom in Nederland speelden de Engelse missionarissen Bonifatius en Willibrord een belangrijke rol. Willibrord was rond 690 de eerste bisschop in Nederland en probeerde het christendom te verspreiden in het land van de Friezen. Deze bewoonden de kuststrook van de Westerschelde tot bij Dokkum.
Omdat het bekeren van de Friese heidenen geen eenvoudige zaak was, ging Willibrord op zoek naar steun. Hij bracht onder andere een bezoek aan de paus in Rome, die hem benoemde als aartsbisschop van de Friezen. Daarop gingen verschillende missionarissen het land van de Friezen in. Eén van deze missionarissen was Bonifatius. Met hem liep het niet goed af, hij werd onderweg naar een doopfeest bij Dokkum vermoord door een groep gewapende Friezen. Het motief van de daders is tot op heden onbekend. Waarschijnlijk ging het om een religieus geïnspireerde moord óf om een roofmoord.
Willibrord, Bonifatius en hun opvolgers hebben de Nederlanden onmiskenbaar veranderd. De bekering ging niet vanzelf, maar op den duur werd Nederland een volledig christelijk land.

Karel de Grote

Karel de Grote (768-814) wordt vaak als de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen gezien. Het Frankische rijk was onder zijn leiding het grootst. Zijn hele leven trok Karel ten strijde, onder andere tegen de mohammedaanse legers in Spanje en tegen de Denen en de Saksen in Noordwest-Europa.

In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer van het 'West-Romeinse Rijk' gekroond. Het was een wederdienst van de paus die Karel enkele malen hard nodig had gehad toen hij in Rome bedreigd werd door vijandige stammen. De kroning van Karel tot keizer was een manier om te laten zien dat de keizer en de paus een ondeelbaar bondgenootschap vormden.

Het rijk van Karel de Grote kende geen hoofdstad of vaste verblijfplaats van de koning. Hij reisde bijna altijd rond. Elke verblijfplaats (palts) waar de koning verbleef was eigenlijk een tijdelijke hoofdstad. Een van de verblijfplaatsen was het Valkhof in Nijmegen.

 

Christendom onder Karel de Grote

Karel de Grote vond de verspreiding van het katholieke geloof erg belangrijk. Hij ondersteunde het zendingswerk en liet geen middel onbenut om heidenen te bekeren. Zendgraven (boodschappers van de koning) werden eropuit gestuurd om te zorgen dat de christelijke plichten werden nageleefd.

Karel de Grote voerde ook een speciale belasting in: de 'tienden'. Dat was een tiende deel van de oogst, die boeren verplicht waren af te staan. Deze belasting werd gebruikt om kerken en kloosters te bouwen. Karel liet in zijn rijk meerdere paleizen of paltsen bouwen.

De verspreiding van het christendom door kloosters

Kloosters waren religieuze centra waar monniken bij elkaar woonden en leefden in navolging van Jezus. Zij legden de kloostergelofte af en stonden hun bezittingen af. Een kloosterorde, een verzameling kloosters met dezelfde leefregels, stond onder direct gezag van de paus. Kloosters waren centra van cultuur die veel mensen aantrokken.

Naast religieuze plichten hadden kloosterlingen ook tal van andere plichten.  Naast de plicht van het bidden verrichtten zij werk in de landbouw en deden zij handwerk. Zij legden wegen en sloten aan, kopieerden teksten en bestudeerden wetenschappelijke en religieuze boeken waaronder uiteraard ook de Bijbel.

Het woord bijbel is afgeleid van het Griekse woord biblia, en dat betekent: ‘boeken’. De Bijbel bestaat uit verschillende boeken. En van die naam, Biblia, komt ons woord bijbel. De boeken van de Bijbel zijn geschreven door verschillende schrijvers, verdeeld over een tijd van misschien wel 1000 jaar.

Het Oude Testament

Dit is de joodse Bijbel. Het bevat de teksten van het volk Israël. Je vindt er de verhalen over de schepping, de zondvloed en de tien geboden, en ook de verhalen over Abraham, Mozes en Elia. Het Oude Testament is ver voor het begin van onze jaartelling geschreven.

Het Nieuwe Testament

Hier vind je de evangeliën, die alle vier op een eigen manier vertellen over het leven van Jezus, zijn dood en zijn opstanding. Ook vind je in dit deel een beschrijving van de oudste christelijke gemeenten en brieven van kerkleiders. De boeken van het Nieuwe Testament zijn geschreven binnen honderd jaar na de dood van Jezus.

Van de kloosters ging een aantrekkingskracht uit die de verspreiding van het christendom stimuleerde. De regel van Benedictus heeft aan deze populariteit veel bijgedragen. Voor lijfeigenen of arme boeren kon een abdij een toevluchtsoord zijn in tijden van verdrukking.

Door schenkingen en nalatenschappen werden de abdijen en kloosters steeds rijker. Langzaam maar zeker ontwikkelden de kloosters zich tot grootgrondbezitters.

 

Het kloosterleven

Karel de Grote vond het belangrijk dat in alle kloosters en abdijen de regel van Benedictus werd nageleefd. Dat was een strenge leefregel, opgeschreven door de Italiaanse kluizenaar Benedictus van Nursia. De heilige Benedictus (480-547) wordt beschouwd als de vader van het kloosterleven in de Rooms-Katholieke Kerk.

Naar de overtuiging van Benedictus moesten monniken drie geloften afleggen: 1. armoede, 2. kuisheid en 3. gehoorzaamheid aan de abt. Het dagelijks leven van kloosterlingen zou overeen moeten komen met de spreuk `ora et labora', ofwel bidden en werken.

De regel van Benedictus is een afgewogen ritme van acht uur bidden, acht uur werken en acht uur rust. De orde der Benedictijnen verspreidde zich in snel tempo over heel Europa. In zowel reeds bestaande als nieuwe kloosters werd de regel ingevoerd.

Zendingswerk en kerstening

Missionarissen speelden een belangrijke rol bij de verdere verspreiding van het christendom. Buiten de grenzen van het Romeinse Rijk moesten volken zoals de Friezen en Saksen niets hebben van het christelijke geloof.

Paus Gregorius I (540-604) wilde deze volken graag bekeren tot het christendom. Hij stuurde monniken naar gebieden waar de heidenen leefden. In Nederland probeerden Engelse monniken zoals Willibrord en Bonifatius de Friezen te bekeren. Beiden ondervonden de afwijzende houding van de Friezen aan den lijve.

Bonifatius probeerde hen te doen inzien dat hun goden machteloos waren. Op tal van plaatsen vernietigde hij de heidense heiligdommen en liet er kerken en kloosters voor in de plaats bouwen. Bonifatius en vijftig van zijn metgezellen werden uiteindelijk slachtoffer van (waarschijnlijk) een roofmoord op 5 juni 754 toen zij op weg waren naar een doopfeest bij Dokkum. De Friezen hielden lang vast aan hun oude gebruiken en gewoonten. Aan het einde van de achtste eeuw maakten de legers van Karel de Grote een einde aan hun verzet.

Opdracht 1

Christendom
Met de verspreiding van de Romeinse cultuur over grote delen van Europa, verspreidde zich ook het christelijke geloof. Dat gebeurde nadat de god van de christenen de oorspronkelijke Romeinse goden had verdrongen.

Onderworpen Keltische en Germaanse stammen kwamen via de Romeinen in contact met het nieuwe geloof. Toen het West-Romeinse Rijk ineenstortte, ging de verspreiding van het christendom gewoon door. Koning Clovis was de eerste christelijke Frankische koning die daarvoor de basis legde.

Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:

KB: Christendom onder de Romeinen

 

Karel de Grote speelde een grote rol in de verspreiding van het christendom in Europa.

Video: Karel de Grote en de Saksen

Gebruik de informatie uit de inleiding en de informatie uit de Kennisbank voor het maken van de vragen op de volgende pagina's.

Vragen:

  1. Van welke Germaanse stam was Clovis koning?
    1. Friezen
    2. Saksen
    3. Franken
  2. Welke drie moderne landen lagen in het koninkrijk van Clovis?
    1. Frankrijk, Engeland, Duitsland
    2. Frankrijk, Duitsland, Nederland
    3. Frankrijk, Duitsland, Spanje
  3. Welke Romeinse keizer was de eerste keizer die de christenen steunde?
    1. Constantijn
    2. Theodosius
    3. Trajanus
  4. Hoe steunde Constantijn het christendom?
    1. Hij maakte een einde aan de christenvervolgingen en stond de oprichting van kerken toe.
    2. Hij riep het christendom uit tot staatsgodsdienst en verbood het heidendom.
  5. Welke Romeinse keizer riep het christendom uit tot staatsgodsdienst?
    1. Constantijn
    2. Theodosius
    3. Trajanus
  6. Waarom maakt deze Romeinse keizer het christendom tot staatsgodsdienst?
    1. Hij had een hekel aan heidenen (mensen die in meerdere goden geloven).
    2. Door iedereen dezelfde godsdienst op te leggen versterkte hij de eenheid in zijn rijk.
    3. Dan kon hij heidense tempels ombouwen tot scholen.
  7. Welke belangrijke gebeurtenis vond in het jaar 800 plaats?
    1. Karel de Grote veroverde Engeland.
    2. Karel de Grote werd door de paus tot keizer gekroond.
    3. Karel de Grote sloot een bondgenootschap met de keizer van het Oost-Romeinse Rijk.
  8. Waarom kroonde de keizer Karel de Grote tot keizer?
    1. Karel de Grote beschermde de paus in Rome tegen vijanden.
    2. Karel de Grote dreigde de paus in Rome aan te vallen.
  9. Wat heeft de kroning tot keizer van Karel de Grote te maken met de verspreiding van het christendom?
    1. Door de kroning van Karel de Grote sloten de paus en de keizer een bondgenootschap.
    2. Door de kroning trok Karel de Grote ten strijde tegen de mohammedaanse legers in Spanje.
  10. Wat zijn zendgraven?
    1. Mensen die erop uit gestuurd werden om heidenen te bekeren.
    2. Mensen die belasting inden voor Karel de Grote.
  11. Hoe heet de belasting die Karel de Grote invoerde?
    1. Paltsbelasting
    2. Procent
    3. Tienden
  12. Wat voor soort belasting was het die Karel de Grote invoerde?
    1. Boeren moesten een tiende deel van hun oogst afstaan.
    2. Soldaten moesten een tiende deel van hun veroveringen afstaan.
    3. Monniken moesten een tiende deel van de giften die ze kregen afstaan.

Opdracht 2

Verspreiding door kloosters
Bestudeer nu uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:

KB: Verspreiding Christendom door kloosters

Video: Kloosters in de middeleeuwen

Maak tijdens het lezen een lijstje met de tien belangrijkste begrippen uit dit onderdeel. Vergelijk jouw lijstje met het lijstje van een klasgenoot.
Zijn er verschillen?

Kijk naar de woorden die wel op jouw lijstje staan, maar niet op het lijstje van je klasgenoot. Leg je klasgenoot uit waarom jij voor de begrippen op je lijstje hebt gekozen.

Natuurlijk laat je je klasgenoot ook uitleggen waarom hij voor woorden gekozen heeft die niet op jouw lijstje staan.


Bekijk nu ook de volgende video.

Opdracht 3

Alcuïnus
Bisschop Willibrordus (650-739) is een bekende missionaris die heidenen probeerde te bekeren tot het christendom.

Video: Willibrord

De Engelse monnik Alcuïnus schrijft omstreeks 790 over hem:

‘Toen dus de eerbiedwaardige man eens, zoals hij gewoon was, op missiereis was, kwam hij bij een plaats die Walcheren heet. In de plaats stond nog een heiligdom van het oude bijgeloof stond. Toen Willibrordus dit beeld in zijn vurige ijver verbrijzelde voor de ogen van de bewaker van het heiligdom, ontstak deze bewaker in hevige woede en sloeg met zijn zwaard op het hoofd van de priester van Christus om het onrecht zijn god aangedaan te wreken. Maar omdat God zijn dienaar beschermde, liep hij geen enkel letsel op. Toen de metgezellen van Willibrordus dit zagen, kwamen zij aanrennen om het brute geweld van de goddeloze man met de dood te straffen. Maar de schuldige werd door de vrome man Gods uit hun handen bevrijd en Willibrordus liet hem gaan.’


Alcuïnus geeft een gekleurd beeld van deze gebeurtenis op Walcheren.
Leg met behulp van de tekst uit dat Alcuïnus een eenzijdig beeld geeft van de gebeurtenis.

Opdracht 4

Bekijk nu de volgende twee video's.

Video: Kloosterleven
Video: Zendingswerk en kerstening

Je sluit deze lessenreeks af met het schrijven van een kort verhaal met als titel 'Kloosters in de middeleeuwen'.
In dat verhaal vertel je in ieder geval:

  • wat een klooster is.
  • welke rol de kloosters speelden bij de verspreiding van het christendom in Europa.
  • hoe het leven in een klooster eruitzag.

De informatie voor het schrijven van je verhaal kun je halen uit de Kennisbank Geschiedenis en de filmpjes die je hebt gezien. Je kunt natuurlijk ook op internet op zoek gaan naar extra informatie.

Klaar?

Laat je verhaal lezen door een klasgenoot. Vraag om commentaar.
Lees ook het verhaal van je klasgenoot.
Geef op een goede en positieve manier feedback.
Verwerk het commentaar van je klasgenoot in het verhaal.

Laat het verhaal vervolgens beoordelen door je docent.

Begrippenlijst

Franken
De Franken namen na het instorten van het Romeinse Rijk de leiding over in Noordwest-Europa. Zij onderwierpen andere volken. En speelden een belangrijke rol bij de verbreiding van het christendom.

Clovis
Frankische koning die zich bekeerde tot het christendom.

Missionarissen
Vanuit het huidige Ierland en Engeland kwamen geestelijken naar de Lage Landen om de volken die daar woonden te bekeren tot het christendom. Ze stichtten kerken en kloosters.

Wilbord en Bonifatius
Twee Missionarissen Willibrord (omstreeks 690), actief vanuit Utrecht. Bonifatius was actief onder de Friezen (omstreeks 750).

Kloosters
Kloosters zijn gebouwen waar mannen of vrouwen zich terugtrokken om hun leven aan God te wijden.

Schrijven
In de kloosters werden in schrijfkamers fraai versierde handschriften gemaakt. Die handschriften werden gebruikt om (christelijke) teksten te kopiëren.

Karel de Grote
Karel de Grote wist een groot rijk op te bouwen door oorlogen te voeren onder andere tegen de Saksen. Hij had geen vaste verblijfplaats. Hij verplaatste zich met zijn hof door zijn hele rijk.

Constantijn
Constantijn de Grote is de eerste Romeinse keizer die koos voor het christendom (in 313) en een einde maakte aan de vervolgingen van christenen.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb