Het jaar 1848

Vooraf

Het jaar 1848 staat wel bekend als revolutiejaar. Het was een onrustig jaar in heel Europa. In Frankrijk eisten burgers politieke hervormingen. In Oostenrijk-Hongarije, in de Duitse Staten en in Italië gingen de mensen de straat op om de macht van de vorsten te beperken. En ook in Nederland stemde koning Willem II uiteindelijk in met een grondwetswijziging.
Het revolutiejaar 1848 staat centraal in deze opdracht.

Aan het eind van de opdracht kun je

  • uitleggen waarom 1848 wel bekend staat als revolutiejaar.
  • de belangrijkste kenmerken uit de Nederlandse grondwet van 1848 beschrijven.

 

De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.

Inleiding - Ontstaan parlementair stelsel

In de 19e eeuw is het politieke systeem ontstaan zoals we dat nu kennen. Belangrijke politieke hervormers waren de liberalen die met hun grondwetten in het revolutiejaar 1848 de basis legden voor ons moderne parlementaire stelsel. De Nederlandse Grondwet die in 1848 tot stand kwam was zeer modern.

In het jaar 1848 bestonden er nog geen politieke partijen. In de tweede helft van de 19e eeuw veranderde dat snel. Er werden confessionele en socialistische politieke partijen opgericht. De liberalen die afkerig waren van partijvorming konden niet achterblijven. De moderne parlementaire democratie zoals we die nu kennen, was geboren. Het enige dat nog ontbrak was algemeen kiesrecht.

 

Liberalisme

Het liberalisme als politieke stroming komt voort uit Verlichtingsideeën die de vrijheid van het individu voorop stelden. Welgestelde burgers wilden politieke invloed ten koste van de traditionele standenmaatschappij en de almachtige vorst. Met de opkomst van de industriële revolutie werd deze groep groter en steeds machtiger.

Liberalen hadden duidelijke doelstellingen. Ze wilden volledige economische vrijheid en zo min mogelijk bemoeienis van de kerk en de staat. De inrichting van de staat wilden de liberalen vastleggen in een Grondwet. Vrijheid was volgens hen het best gewaarborgd als de rechten en plichten voor elke burger nauwkeurig werden omschreven.

De roep om hervormingen ging in de praktijk gepaard met een verlangen naar de eenheidsstaat op basis van een door burgers geformuleerde Grondwet. Duitsland bijvoorbeeld was een lappendeken van koninkrijkjes en vorstendommen. Zolang de vorstendommen persoonlijk bezit bleven van de oude machthebbers was de kans op liberale hervormingen klein.

Revolutiejaar 1848

Het jaar 1848 was een onrustig jaar in Europa. In Frankrijk eisten burgers, arbeiders en nationalisten radicale hervormingen, die de macht van de vorst zou beperken. Deze roep om hervormingen leidde tot opstanden en oproer in Parijs.

Ook in de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, in de Duitse staten en in Italië eiste het volk politieke hervormingen. De liberalen zelf waren in eerst instantie voorstander van revolutie maar schrokken van de volksopstanden van arme arbeiders en ambachtslieden.
Met de democratisering van de samenleving ('het volk aan de macht') bedoelden zij in de eerste plaats zichzelf: de economisch machtige en liberaal ingestelde burgerij.

De revolutiedreiging in 1848 in Europa had ook invloed op Nederland. De liberale staatsman J.R. Thorbecke had al eerder geprobeerd om een liberale Grondwet in te voeren. Hij vond echter in koning Willem II een tegenstander van hervormingen.

De berichten over revoluties in Europa maakten Wilem II angstig. Hij stemde nu toch in met een Grondwetswijziging en liet Thorbecke de nieuwe Grondwet ontwerpen.

Grondwet van 1848

1. Recht van enquête
Het recht van onderzoek(enquête). De Tweede Kamer kan onderzoek laten doen naar een omstreden onderwerp. Bijvoorbeeld naar aanleiding van de vraag of de regering wel juist heeft gehandeld.

2. Openbare vergadering
De vergaderingen van alle vertegenwoordigende lichamen zijn openbaar.

3. Tweede Kamer controleert regering
De Tweede Kamer controleert het beleid van de regering. De Tweede Kamer controleert of de regering zijn werk goed doet. De regering is daarom verplicht om de Kamer goed te informeren.

 

4. Mogelijkheid ontbinden Kamers
De mogelijkheid om de Kamers te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.

5. Jaarlijkse vaststelling begroting
Jaarlijkse vaststelling van de begroting in plaats van een tweejaarlijkse vaststelling.

6. Recht op amendement
Het recht van amendementvoor de Tweede Kamer. Dit is het recht om voorstellen in te dienen om een wetsontwerp aan te passen. Vóór 1848 kon de Tweede Kamer alleen ja of nee zeggen tegen een wetsontwerp.

 

7. Grondrechten
De grondrechten van burgers werden in 1848 nauwkeurig omschreven. Er kwam vrijheid van godsdienst, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vergadering en de vrijheid van onderwijs. Door deze grondrechten werd het leven van veel mensen wat makkelijker. Het werd bijvoorbeeld voor katholieken mogelijk om hun godsdienst openlijk te belijden.

8. Ministeriële verantwoordelijkheid
Invoering van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid. Voor 1848 waren ministers de hulpjes van de koning en niet aanspreekbaar op het beleid. Vanaf 1848 werden ministers zelf verantwoordelijk en was de macht van de koning symbolisch.

 

9. Gescheiden machten
De staatsmacht bestond uit duidelijk gescheiden machten. De van elkaar onafhankelijke wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht waren een uitwerking van de trias politica van Montesquieu.

  • Wetgevende macht:
    regering (koning(in) en ministers) en Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer)
  • Uitvoerende macht:
    regering, provincies en gemeenten
  • Rechterlijke macht:
    rechters

 

10. Rechtstreekse verkiezingen
De leden van de Tweede Kamer werden rechtstreeks gekozen door de burgers. Het land was verdeeld in kiesdistricten waar per district twee afgevaardigden werden gekozen voor de Tweede Kamer.

'Het volk' bestond uit mannen die genoeg verdienden en genoeg belasting betaalden. Dat heet het censuskiesrecht. In 1850 had nog slechts 10% van de volwassen mannen kiesrecht!

Opdracht 1

Revolutiejaar 1848
Ga naar de Kennisbank. Bestudeer eerst het onderdeel 'Liberalisme' en vervolgens de eerste pagina van het onderdeel 'Revolutiejaar 1848':

KB: Liberalisme
KB: Revolutiejaar 1848

Meer over het revolutiejaar 1848 lees je op de volgende pagina van Wikipedia: nl.wikipedia.org/wiki/Revolutiejaar_1848

Beantwoord de volgende vragen.

  • In welk land begonnen de revoluties in 1848?
  • Hadden de revoluties in de verschillende landen allemaal (ongeveer) hetzelfde doel?
  • Op welk punt zijn de revoluties in de Duitse en Italiaanse landen nog meer te vergelijken?

Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.

 

Opdracht 2

Koning Willem II

1848 - Grondwet
In het jaar 1848 kwam de Nederlandse Grondwet tot stand.
In de Grondwet werd geregeld hoe ons land geregeerd moest worden.

Ga naar de Kennisbank Geschiedenis:

KB: Grondwet 1848

Gebruik de informatie om antwoord te geven op de volgende vragen.

  1. Waar of niet waar?
    Vanaf 1848 had iedereen die ouder was dan 18 jaar kiesrecht.
    1. Waar
    2. Niet waar
  2. Waar of niet waar?
    Door de invoering van de Grondwet in 1848 werd de macht van de koning veel kleiner.
    1. Waar
    2. Niet waar
  3. In de Grondwet is de scheiding van de machten (wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtelijke macht) vastgelegd.
    Wie kreeg de wetgevende macht?
    1. De regering, provincies en gemeenten.
    2. De Eerste en Tweede Kamer.
  4. In de Grondwet is de scheiding van de machten vastgelegd.
    Wie kreeg de uitvoerende macht?
    1. De regering, provincies en gemeenten.
    2. De Eerste en Tweede Kamer.
  5. Waar of niet waar?
    De regering controleert het beleid van de Tweede Kamer.
    1. Waar
    2. Niet waar
  6. Hoe wordt het recht van de Tweede Kamer genoemd om zelf een onderzoek in te kunnen stellen?
    1. recht van enquête
    2. recht van amendement
  7. Wat wordt bedoeld met het recht van initiatief?
    1. Het recht van de Tweede Kamer om de begroting te controleren.
    2. Het recht van de Tweede Kamer om zelf een wetsvoorstel te kunnen indienen.
  8. Wat wordt bedoeld met ministeriële verantwoordelijkheid?
    1. De koning is verantwoordelijk voor het beleid van de ministers.
    2. De ministers zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen beleid.
  9. Waar of niet waar?
    De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de burgers.
    1. Waar
    2. Niet waar

Begrippenlijst

Eenheidsstaat
Een staat waarvan de macht uitsluitend bij een centrale overheid ligt. Dit wordt ook wel een unitaire staat genoemd.

Economische vrijheid
Economische vrijheid staat voor vrije markten en privaat eigendom.

Willem II
Willem II wordt op 7 oktober 1840 de tweede koning van Nederland. Hij stemt tijdens zijn regering in met de opstelling van de liberale grondwet van Thorbecke. De negen jaar van het koningschap van Willem II kenmerken zich vooral door de Nederlandse overgang van conservatief naar liberaal.

Ministeriële verantwoordelijkheid
Ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers verantwoordelijk zijn voor de daden van de regering, en niet het staatshoofd. Vanaf 1848 werden ministers zelf verantwoordelijk en was de macht van de koning symbolisch.

Amendement
Een amendement is een formele wijziging van een officieel document. In de Grondwet van 1848 kreeg de Tweede Kamer het recht om voorstellen in te dienen om een wetsontwerp aan te passen.

J.R. Thorbecke
J.R. Thorbecke was een liberale Nederlandse staatsman. Hij wordt als grondlegger van het parlementarisme in Nederland beschouwd. Hij ontwierp de nieuwe Grondwet, een liberale Grondwet.

Grondwet
De Grondwet is de belangrijkste wet van een staat. Deze wet bepaalt wie de macht in de praktijk uitoefenen in zo’n staat, hoe dat gebeurt en beschrijft daarnaast de rechten en plichten van elk individu.

Democratisering
'Het volk aan de macht'. Een ontwikkeling waarbij het bestuur van een land of groep democratischer wordt. De besluiten worden dan dus door meer mensen genomen dan voorheen.

Volksinvloed Grondwet 1848 Thorbecke
Onder leiding van Koning Willem I wilde een steeds groter deel van de bevolking meer te zeggen hebben. Om een revolutie te voorkomen stemde de koning in met een nieuwe Grondwet. Die werd in 1848 door de heer Thorbecke geschreven. Nederland kreeg toen een parlementair stelsel. Er stond onder andere een uitbreiding van het kiesrecht in: meer mannen (met voldoende vermogen) mochten daarna stemmen.

Liberalisme
Het liberalisme wil zo veel mogelijkheid vrijheid voor iedereen en streeft ernaar dat iedereen voor zijn eigen bestaan zorgt.