Absolutisme

Vooraf

De 17e eeuw is er een opkomst van het absolutisme. Door het in dienst nemen van ambtenaren en het oprichten van professionele legers worden koningen in Europa steeds onafhankelijker van de adel. Bij het bestuur hebben ze niemand meer nodig. Zij willen alleen regeren zonder inspraak van wie dan ook. Zij ontlenen het recht om alleen te regeren aan de uitspraak dat God het zo gewild heeft. Lodewijk de Veertiende (XIV) is een schoolvoorbeeld van een absoluut vorst.

Aan het eind van de opdracht:

  • kun je beschrijven wat de begrippen absolutisme en centralisatie betekenen.
  • kun je uitleggen dat een koning ambtenaren en een professioneel leger nodig had om zijn bestuur te centraliseren.
  • kun je beschrijven wie Lodewijk XIV was en uitleggen waarom hij de Zonnekoning werd genoemd.

De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.

 

Inleiding - Het streven van vorsten naar absolute macht

De 17e eeuw is de periode van staatsvorming en het streven naar absolute macht. Vorsten streefden naar een sterke staat die centraal werd bestuurd en waarover zij de absolute macht hadden. De uitkomst van dat streven kon heel verschillende resultaten opleveren. In Frankrijk kreeg koning Lodewijk XIV een haast goddelijke status maar in Engeland en de Republiek zegevierde de republikeinse staatsvorm.

Staatsvorming 17e eeuw

De belangrijkste landen op het Europese politieke toneel in de 17e eeuw waren de Oostenrijkse en Spaanse erflanden van de Habsburgers, Engeland, Frankrijk (huis van Bourbon) en de Republiek der Nederlanden. De strijd tussen de grootmachten in de vorm van godsdienstoorlogen en handelsoorlogen was in de 17e eeuw aan de orde van de dag.

Huwelijkspolitiek
Vorsten probeerden door strategische huwelijken hun machtspositie te versterken en hun grondgebied te vergroten.

Elizabeth I (1533-1603) van Engeland trouwde juist niet en stelde zo de landsbelangen veilig. Door een strategisch gezien 'onhandig' huwelijk kon een land gemakkelijk in onnodige oorlogen verwikkeld raken.

Oorlogsvoering

De manier van oorlogsvoering veranderde. Er kwamen professionele legers en nieuw wapentuig. De professionele legers vervingen de aloude samengeraapte huurlegers.

De legers werden groter en daarom was er steeds meer geld voor nodig. Bovendien werden oorlogen duurder omdat ze door de professionalisering van het militair apparaat langer duurden.

Om zich goed staande te houden tegen rivaliserende staten was een vorst genoodzaakt om de macht te centraliseren en een efficiënt ambtenarenapparaat in te stellen dat belasting ging innen.

De vorst probeerde de macht naar zich toe te trekken en het verzet tegen centralisatie te breken.

Absolutisme

De 17e eeuw is het tijdperk waarin de vorsten hun macht probeerden te vergroten door sterkere legers en een gecentraliseerd bestuur. In Frankrijk werd het absolutisme het verst doorgevoerd en bereikte een hoogtepunt tijdens de regeerperiode van Lodewijk de XIV(1638-1715).
Het beleid van centralisatie en ingrijpende belastingmaatregelen ging in tegen de belangen en wensen van de adel. Lodewijk XIV nam persoonlijk alle belangrijke beslissingen, stelde het parlement buiten werking en beschouwde zichzelf als de verpersoonlijking van de staat. Hij stond boven de wet en ontleende zijn gezag rechtstreeks aan God.
De grootheidswaan van Lodewijk XIV uitte zich in een uitbundige hofhouding en allerlei prestigieuze projecten. Zo liet hij het paleis van Versailles uitbreiden tot een enorm gebied van 800 hectare.
Het paleis had honderden vertrekken waar mensen voor korte of lange tijd konden verblijven. Dat had naast alle pracht en praal ook een praktische functie. Door adel aan het hof te ontbieden kon Lodewijk XIV observeren welk gevaar hij van wie had te duchten.

Het streven van vorsten naar absolute macht

Koning Karel I van Engeland (1600-1649)
Het koningschap is een goddelijk gegeven. Net als andere koningen in Europa zag ik mezelf als plaatsvervanger van God.
In mijn streven om de absolute macht te krijgen, werd ik voortdurend gedwarsboomd door het parlement. Conflicten met die verderfelijke instelling hebben me letterlijk en figuurlijk de kop gekost. Ik kreeg nieuwe belastingen niet doorgevoerd en kon zo het land niet behoorlijk besturen.

Toen ik in conflict was met Schotland voerde het parlement een schandalige politiek en wilde mij buitenspel zetten. Ik heb toen enkele parlementsleden laten arresteren. Dat had ik misschien beter niet kunnen doen want er ontstond een burgeroorlog tussen mijn koninklijke troepen en de aanhangers van het parlement. Ik werd gearresteerd en onthoofd.

Ferdinand II, Habsburgse vorst en keizer van het Heilige Roomse Rijk in de periode 1620-1637.
Van het machtige rijk van mijn voorvader Karel V bleef in de 17e eeuw weinig meer over dan een chaos. Ik was een van de vele Habsburgers in de 17e eeuw die faalden om dat te voorkomen.
Als katholiek keizer van het Heilige Roomse Rijk had ik tijdens de Dertigjarige Oorlog veel te stellen met een aantal protestante Duitse vorsten binnen mijn rijk. Ik wilde ze graag een kopje kleiner maken.

De contrareformatie was in mijn ogen hard nodig om van het Heilige Roomse Rijk weer een katholiek bolwerk te maken. Ruim dertig jaar lang woedde een wrede oorlog tussen de protestante vorsten en mijn troepen.
Pas elf jaar na mijn dood, in 1648, werd de Vrede van Münster getekend. Het Rijk was niet veel meer dan een samenraapsel van kleine staatjes. De titel keizer van het Heilige Roomse Rijk was toen al niet meer dan een lege huls.

Lodewijk XIV (1638-1715)
In mijn ogen is een koning de plaatsvervanger van God. Ik was misschien wel de grootste en machtigste koning die Frankrijk ooit heeft gehad.
Vanaf het moment dat ik koning was, heb ik met mijn veroveringen, mijn hofhouding, mijn kunstverzameling, de wereld versteld doen staan.
Ik wilde van Frankrijk het sterkste land van Europa maken. Daarom was het belangrijk om het land vanuit Parijs krachtig te besturen. Ik liet het Paleis van Versailles verbouwen tot een domein van 800 hectaren groot. Daar draaide alles om mij, ik was als de zon waar de planeten omheen draaiden. Ze noemden me niet voor niets de Zonnekoning!

Het liefst had ik mijn edelen zo dicht mogelijk bij me zodat ik ze goed kon controleren en van opdrachten kon voorzien.
Het parlement? Laat me niet lachen! Een totaal overbodige instelling die onder mijn bewind niet meer bestond. Het gezag komt van boven en inspraak maakt de staat zwak.

Opdracht 1

De 17e eeuw is de periode van staatsvorming. Vorsten streefden naar een sterke staat die centraal werd bestuurd en waarover zij de absolute macht hadden. De uitkomst van dat streven kon heel verschillende resultaten opleveren. In Frankrijk kreeg koning Lodewijk XIV een haast goddelijke status, maar in Engeland en De Republiek zegevierde de republikeinse staatsvorm.

KB: Staatsvorming 17e eeuw
KB: Het streven van vorsten naar absolute macht

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Wat waren de belangrijkste landen in het Europa van de 17e eeuw?
  2. Leg uit hoe de manier van oorlog voeren veranderde in de 17e eeuw en waarom het daarom nodig was de macht te centraliseren.
  3. Leg uit hoe huwelijkspolitiek kan bijdragen tot het versterken van de machtspositie van een vorst.
  4. Niet in alle landen was het absolutisme als regeringsvorm even succesvol. In welk land werd het absolutisme het verst doorgevoerd?
  5. Waarom kon het absolutisme zich in de Republiek der Nederlanden niet verder ontwikkelen?

Opdracht 2

Lodewijk XIV
Het absolutisme bereikte zijn hoogtepunt tijdens het bewind van de Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715). Over het bewind van Lodewijk XIV en over het leven in die periode is een film gemaakt.

Bekijk de trailer van de film:

Over Lodewijk XIV hebben heel wat middelbare scholieren al eens een werkstuk gemaakt.
Bekijk het volgende werkstuk op de site van scholieren.com

Lees het werkstuk helemaal door.
Wat voor cijfer zou jij geven voor dit werkstuk?
Schrijf op wat je goed vindt, maar schrijf ook op wat je minder goed vindt.
Bespreek je mening met een klasgenoot.

Opdracht 3

Lodewijk XIV
De Franse koning Lodewijk XIV (1643-1715) staat bekend als een absoluut vorst. Hij benoemde Jean-Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijke lakenkoopman, tot minister. Dat was voor die tijd een bijzonder benoemingsbeleid, omdat Colbert niet van adel was.

  1. Leg uit dat hoe deze benoeming paste bij een absoluut vorst uit die tijd.
  2. Leg ook uit hoe deze benoeming samenhing met de maatschappelijke veranderingen die het handelskapitalisme met zich meebracht.

Opdracht 4

Louis de Rouvroy
Louis de Rouvroy, hertog De Saint-Simon (1675-1755), is een hoge edelman aan het hof van koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Hij houdt dagboeken bij van zijn belevenissen aan het hof in Versailles.
Over het jaar 1692 schrijft hij:

Voordat de koning aan tafel ging, tussen zeven en tien uur, was er een toeloop van het hele hof in de staatsievertrekken van een van de salons aan het eind van de spiegelzaal. Eerst was er muziek en daarna stonden er in alle vertrekken tafels klaar voor alle soorten spelletjes. Een tafel voor een kaartspel, een biljart, etc. Iedereen kon vrijelijk een partijtje spelen met wie hij maar wilde en kon meer tafels laten komen als ze allemaal bezet waren. Achter de biljartzaal was een vertrek waar verfrissingen stonden opgediend, overal was volop licht.

Toen deze gewoonte nog nieuw was, verscheen de koning zelf ook nog aan de speeltafels. Maar hij liet zichzelf allang niet meer zien, hoewel hij wenste dat de rest van het hof trouw verscheen. Iedereen stroomde toe om hem te behagen.

Hijzelf liet zich 's avonds bij Madame de Maintenon (zijn tweede vrouw) door de verschillende ministers, de een na de ander, verslag van zaken uitbrengen.

 

  1. Welk gegeven uit de bron wijst op het absolutisme van Lodewijk XIV?
  2. Welk politiek motief zou de koning kunnen hebben om de adel aan zijn hof te binden?
  3. Zijn de beschrijvingen van de hertog De Saint-Simon een betrouwbare bron? Leg je antwoord uit.

Begrippenlijst

Grootmacht
Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.

Huwelijkspolitiek
Vorsten probeerden door strategisch huwelijken hun machtspositie te versterken en hun grondgebied te vergroten.

Absolutisme
Absolutisme is een manier van regeren waarbij alle macht bij de koning (vorst) van het land ligt. Hij kan alles zelf beslissen, zonder dat anderen invloed hebben.
Hofhouding
De hofhouding of het hof is het geheel van personen waarmee een (geestelijke) machthebber zich omringt. De hofhouding bestond in de vroegere eeuwen niet alleen uit de huishouding van een vorst, maar vormde tevens het bestuurlijke en culturele centrum van een land en kon wel een paar duizend personen omvatten.

Verpersoonlijking
De identiteit van iemand anders aannemen door gebruik te maken van de identificatie van die persoon.

Koning Karel I van Engeland
Karel I was koning. Hij is de enige Britse vorst ooit die werd afgezet en onthoofd.

Ferdinand II
Habsburgse vorst en keizer van het Heilige Roomse Rijk in de periode 1620 - 1637.
Lodewijk de XIV
Lodewijk XIV (1638-1715), de Zonnekoning van Frankrijk, was 72 jaar koning van Frankrijk. Tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV bereikte het absolutisme een hoogtepunt.

Centralisatie
Het streven naar een organisatie of natie die zo veel mogelijk vanuit één centraal punt of zelfs door één centraal orgaan of persoon bestuurd wordt.