De Eerste Wereldoorlog
Vooraf
Leerdoelen
De eerste opdracht gaat over de Eerste Wereldoorlog, die duurde van 1914 tot 1918.
In Frankrijk en België vond een enorme slachting plaats in de loopgraven,
maar ook op andere plaatsen werd hevig gevochten met steeds verschrikkelijker wapens.
Waardoor werd dit zo’n lange en uitzichtloze strijd?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- drie oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog noemen.
- twee landen noemen die behoorden tot de Centralen.
- wee Europese landen noemen die behoorden tot de Geallieerden.
- en reden noemen waarom de Verenigde Staten bij de oorlog betrokken raakten.
- omschrijven waarom de Eerste Wereldoorlog een totale oorlog wordt genoemd.
- uitleggen waarom het einde van de Eerste Wereldoorlog gezien kan worden als oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
Eindproduct
Als eindproduct maak je een opdracht over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.
Inleiding - Twee wereldoorlogen
De eerste helft van de 20e eeuw werd ontsierd door twee wereldoorlogen. Wereldwijd waren er landen bij deze oorlogen betrokken en daarom staan ze bekend als de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog is te zien als een logisch vervolg op de Eerste Wereldoorlog.
De loopgravenoorlog
De moord op Franz Ferdinand
In juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand door een Servische jongeman doodgeschoten. De moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië.
Door het ingewikkelde stelsel van bondgenootschappen escaleerde het conflict al snel tot een wereldoorlog. De geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, e.a.) vochten tegen de Centralen (Duitsland, Italië, Turkije, Japan, e.a.). Later raakten nog meer landen bij de oorlog betrokken, waaronder de Verenigde Staten in 1917.
De Eerste Wereldoorlog is een oorlog waarin niet uitsluitend legers met elkaar vochten; de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd.



Oorzaken Eerste Wereldoorlog - 1
Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren meerdere oorzaken:
Rivaliteit Frankrijk - Duitsland
In 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de Duitse staten onder leiding van Pruisen. Frankrijk werd militair vernederd en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.

Bondgenootschappen
Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië. Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot het tsaristische Rusland. In 1907 sloot ook Groot-Brittannië zich aan bij Frankrijk en Rusland om tegenwicht te bieden aan het machtige Duitsland.
Er stonden twee groepen tegenover elkaar: de Centralen (Duitsland en bondgenoten) en de Entente (Rusland, Frankrijk en Groot Brittannië). Bondgenoten beloofden elkaar militaire steun als één van hen werd aangevallen. Door deze wederzijdse beloften werd de kans op een oorlog groter.

Imperialisme/kolonialisme
De strijd om de koloniën versterkte de rivaliteit tussen de landen in Europa. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de strijd om de koloniën. In korte tijd liet hij een sterke militaire vloot bouwen. Zijn koloniale ambitie was bedreigend voor het koloniale rijk van Groot-Brittannië.

Wapenwedloop/militarisme
Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhelm I. Het land werd door een snelle industrialisatie een belangrijke economische en militaire macht. De opkomst van Duitsland verstoorde het machtsevenwicht in Europa. Het gevolg was een wapenwedloop waarbij landen probeerden om meer en betere wapens te hebben dan de concurrerende landen.
Als gevolg van de industriële ontwikkeling had het wapentuig alsmaar meer vernietigingskracht. We kunnen de Eerste Wereldoorlog dan ook zien als de eerste industriële oorlog.

Nationalisme
De toenemende rivaliteit tussen de grootmachten in en buiten Europa uitte zich in een sterk opkomend nationalisme. De nationale eer van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland was in het geding.
De landen voerden een wapenwedloop om de rivalen op militair gebied voor te zijn. De ingevoerde dienstplicht had tot gevolg dat de legers uit miljoenen soldaten bestonden. Toen de oorlog uitbrak gingen veel soldaten optimistisch de oorlog in om de eer van het vaderland te verdedigen.

Opdracht 1
Oorzaken
Ga naar de Kennisbank geschiedenis:
Lees de inleiding en klik op de tweede knop.
Lees alle oorzaken in het onderdeel ‘Oorzaken Eerste wereldoorlog’.
Hieronder staan zes mogelijke oorzaken van een oorlog.
Welke zinnen waren van toepassing op de Eerste Wereldoorlog?
- Landen willen wraak nemen voor een verloren oorlog uit het verleden.
- In een land breekt een grote revolutie uit en buurlanden gaan zich ermee bemoeien.
- Landen maken afspraken om elkaar te helpen bij een aanvalsoorlog.
- Een zwakke leider die populair wil worden,
stookt de bevolking op om oorlog te voeren tegen een klein buurland. - Landen gaan steeds grotere legers opbouwen en
nieuwe wapens ontwikkelen waardoor een dreigende situatie ontstaat. - Mensen leren thuis en op school dat vechten voor je land het mooiste is wat er bestaat.
Opdracht 2
Bondgenootschappen
Al voor er een oorlog uitbrak, hadden veel landen afspraken met
elkaar gemaakt om elkaar in geval van oorlog te hulp te schieten.
Vraag 1:
Welke zin over bondgenootschappen is juist?
- Door bondgenootschappen werd oorlog lange tijd voorkomen, omdat landen nu beter hun best deden om een grote oorlog te voorkomen.
- Door bondgenootschappen werd oorlog lange tijd voorkomen, omdat landen zich veilig voelden en daardoor minder agressief werden.
- Door bondgenootschappen kwam een oorlog dichterbij, omdat agressieve landen zich sterker voelden.
- Door bondgenootschappen kwam een oorlog dichterbij, omdat er daardoor sneller ruzies ontstonden.
Vraag 2:
In 1914 stonden twee groepen tegenover elkaar in Europa.
Dit waren de Centralen en de Entente.
Welke landen behoorden tot de Centralen?
- Oostenrijk-Hongarije, Italië en Duitsland
- Rusland, Frankrijk en Duitsland
- Nederland, België en Luxemburg
- Zwitserland, Oostenrijk, Italië
Vraag 3:
In 1914 stonden twee groepen tegenover elkaar in Europa.
Dit waren de Centralen en de Entente.
Welke landen behoorden tot de Entente?
- Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië
- Frankrijk, Spanje en Groot-Brittannië
- Rusland, Hongarije en Frankrijk
- Frankrijk, Rusland en Duitsland
Vraag 4:
De Duitse keizer klaagde dat zijn land werd omsingeld door mogelijke vijanden.
Was dat juist, en waarom was dit een nadeel?
- Ja, want bij een oorlog tegen Frankrijk zou hij ook in het oosten tegen Rusland moeten vechten.
- Ja, want bij een oorlog tegen Groot-Brittannië zou hij ook door Oostenrijk-Hongarije worden aangevallen.
- Nee, want Duitsland had in het oosten alleen bondgenoten achter zich.
- Nee, want de landen van de Entente zagen Duitsland niet als vijand.
Opdracht 3
Loopgravenoorlog
Lees in de Kennisbank met welke gebeurtenis de oorlog begon.
De moord op de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand,
door een jonge terrorist zorgde voor grote onrust.
Oostenrijk-Hongarije beschuldigde het land Servië van betrokkenheid.
Servië zocht hulp bij het ‘broedervolk’ Rusland en Oostenrijk-Hongarije zocht steun bij Duitsland.
Door de bondgenootschappen breidde de oorlog zich uit over heel Europa.
Door het imperialisme raakten gebieden over de hele wereld betrokken bij een gruwelijke oorlog.
Die werd vooral uitgevochten in de loopgraven in Noord-Frankrijk.
Daar liep de Duitse aanval vast en bleef er vastzitten tot 1918.
Vraag 1:
Waarom was het zo gevaarlijk dat Rusland bij dit conflict betrokken werd?
- Rusland was het sterkste en meest ontwikkelde oorlogsland met de nieuwste wapens.
- Als Rusland in een oorlog werd betrokken, zouden Frankrijk en Engeland ook meedoen.
- Rusland was allang van plan een oorlog te beginnen tegen Oostenrijk-Hongarije en
had nu een reden gekregen om aan te vallen.
Vraag 2:
Klopt deze stelling?
De moord op Frans Ferdinand was alleen maar de aanleiding tot het uitbreken van de oorlog.
Als hij niet was vermoord, was er waarschijnlijk toch wel oorlog gekomen.
Leg uit waarom de stelling (niet) klopt.
Vraag 3:
Lees de onderstaande informatie.
De Eerste Wereldoorlog
Iedereen ging ervan uit dat de Eerste Wereldoorlog maar kort zou duren.
Toch werd het een oorlog die veel levens en geld kostte.
Duitsland was verwikkeld geraakt in een oorlog op twee fronten.
Aan de ene kant vocht Duitsland tegen Frankrijk en aan de andere kant tegen Rusland.
Daarom bedacht de chef van de Duitse Generale Staf, generaal Von Schlieffen,
een plan om dat te kunnen voorkomen.
Dit plan was eigenlijk de oorzaak van de talloze levens die verloren gingen.
Door België
De gedachte was dat het Franse leger sneller gevechtsklaar zou zijn dan het Russische.
Daarom moest Frankrijk als eerste worden uitgeschakeld.
Het Duitse leger zou om de Franse verdedigingsforten heen, door België heen optrekken naar Parijs.
Als Parijs zich overgegeven had,
kon daarna met Rusland worden afgerekend.
Tegenstand
De werkelijkheid bleek anders. Toen de Duitsers België binnen vielen,
stuitten ze op veel meer tegenstand dan was verwacht.
Bovendien bleek Rusland veel sneller gemobiliseerd dan verwacht.
Duitsland moest daar extra troepen naar toe sturen en vocht dus alsnog op twee fronten tegelijkertijd.
In september 1914 wisten de Duitse legers zich alsnog door België heen te vechten.
Ze trokken door Noord-Frankrijk, maar ook de Fransen,
bijgestaan door de Engelsen (British Expeditionary Force) boden grote tegenstand.
Ingraven
Bij de rivier de Marne kwam het westelijke front uiteindelijk tot stilstand.
De Duitsers groeven zich in. Omdat de Engelsen en Engelsen dit ook deden,
ontstond er een frontlinie van de Franse kust tot aan Zwitserland.
Loopgravenoorlog
De loopgraven vormden een stelsel van honderden gangen, kilometers lang.
De loopgraven waren goed te verdedigen met machinegeweren, artillerie en prikkeldraad.
De aanvaller zou het moeilijk krijgen. Daarom vielen er ook zoveel doden en duurde de oorlog ontzettend lang.
De Eerste Wereldoorlog zou vooral bekend worden als een Loopgravenoorlog.
Klopt deze stelling?
Het Schlieffenplan mislukte, en daardoor ontstond er een Loopgravenoorlog.
Leg uit waarom de stelling (niet) klopt.
Vraag 4:
Bekijk deze video over een beruchte slag tijdens de Eerste Wereldoorlog .
Leg uit waarom de strijd in de loopgraven niet tot een doorbraak leidde,
ondanks de massale inzet van wapens en manschappen.
Bespreek je antwoorden met je docent en/of je klasgenoten.
Opdracht 4
Eindproduct: De Eerste wereldoorlog
Als eindproduct van deze opdracht ga je een opdracht maken over de Eerste Wereldoorlog.
Opdracht 1 gaat over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Bij opdracht 2 maak je een digitale tijdbalk waarin je 7 belangrijke gebeurtenissen van de WO I op de juiste plek moet zetten.
Klaar?
Laat de gekozen 3 oorzaken op het digitale prikbord (Padlet) en de digitale tijdbalk beoordelen door je docent aan de hand van de rubrics.
Link naar de opdracht:
https://maken.wikiwijs.nl/159452/De_Eerste_Wereldoorlog___B2E#!page-5922722
Begrippenlijst
Nationalisme
Het eigen land (de natie) als het belangrijkste beschouwen en andere landen als minder zien.
Keizerrijk
Een rijk met een keizer aan het hoofd. Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhem I.
Bondgenootschap
Een verdrag tussen staten, zakenpartners of individuen. De reden hiervoor is dat er een gemeenschappelijk voordeel wordt behaald. Deze bondgenootschappen komen veel voor in de geschiedenis.
Entente
Entente is de benaming voor een aantal losse bondgenootschappen in de 20e eeuw. Met name de bondgenootschappen tussen de landen die in de Eerste Wereldoorlog tegenover de Centralen stonden.
Imperialisme
Wanneer landen hun macht in andere delen van de wereld uitbreiden door gebieden te veroveren en controleren.
Natuurlijke barrière
Een barrière is iets dat de doorgang belemmert. Een natuurlijke barrière kan dus bijvoorbeeld een rivier of bergketen zijn.
Gifgas
Chemische stoffen die worden gebruikt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. In de Eerste Wereldoorlog werd gifgas verspreid door de loopgraven. Dit heeft vele tienduizenden soldaten het leven gekost.
Dienstplicht
De verplichting tot het tijdelijk vervullen van werkzaamheden door (een deel van) de bevolking. Meestal wordt deze term gebruikt voor de militaire dienstplicht, waarbij jonge mensen een tijdlang verplicht deel uit maken van de krijgsmacht.
Lenin
Vladimir Lenin (1870 - 1924) was de stichter van de communistische Sovjet-Unie.
Begin Franz Ferdinand
Franz Ferdinand was de Oostenrijkse kroonprins. Hij werd in 1914 door een Servische jongeman doodgeschoten. Deze moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië.
De Centralen
Een verbond tussen een aantal landen in de Eerste Wereldoorlog. De Centralen bestonden uit: het Duitse Keizerrijk, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. Deze landen vochten tegen de geallieerden.
Kolonialisme
Het willen bezitten en veroveren van koloniën.
Wereldoorlog
Een oorlog die niet beperkt is tot een land, regio of werelddeel maar wereldwijd, over een groot deel van de aarde, wordt uitgevochten.
Wapenwedloop
Meerdere landen die niet willen dat hun vijanden beter bewapend zijn en daarom zelf investeren in wapens.
Eerste Wereldoorlog
Strijd tussen de Centralen en Geallieerden, tussen 1914 en 1918, die grotendeels in loopgraven werd uitgevochten.
Geallieerden
Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland.
Loopgravenoorlog
Een oorlog waarin beide partijen zich tegenover elkaar ingegraven hebben in loopgraven. Loopgraven zijn een soort gangen in de grond, die gegraven werden om beschermd te zijn tegen de geweren van de vijand. Die gangen werden op elkaar aangesloten, waardoor hele grote stelsels ontstonden.
Herstelbetalingen
Betalingsverplichtingen die de aanvallende partij van een oorlog kunnen worden opgelegd. Deze betalingen kunnen zowel in geld als in natura afgelost worden. Een bijzondere vorm van herstelbetalingen is dwangwarbeid: krijgsgevangenen worden ingezet om de oorlogsschade te herstellen.
Onbeperkte duikbotenoorlog
Het Duitse leger besloot geen rekening meer te houden met of een schip van het leger was of gewone burgers vervoerde en liet alle schepen zinken.
1 april 1917
In april 1917 raakten de Verenigde Staten bij de oorlog in Europa betrokken. Dat was o.a. een gevolg van de onbeperkte duikbotenoorlog die Duitsland voerde.
De Russische revolutie
In Rusland brak in 1917 een revolutie uit, mede dankzij de ellende die de oorlog veroorzaakte. Bij die revolutie werd de tsaar afgezet en kwamen de communisten aan de macht, onder leiding van Lenin.
Totale oorlog
Ook de burgers die niet in de oorlog vochten of in het gebied woonden kregen veel last van de oorlog: er was veel minder voedsel en brandstof, bijna alle mannen waren aan het front en veel mensen moesten in de wapenindustrie gaan werken.
Militarisme
Een land is militaristisch wanneer het leger een heel grote rol speelt in de samenleving.
Maak jouw eigen website met JouwWeb