De Nederlandse Opstand
Vooraf
Rond 1500, in de tijd van Ontdekkers en Hervormers, was ons land nog een klein onderdeel van het grondgebied van keizer Karel V. In reactie op de maatregelen van de keizer en zijn opvolger kwamen Nederlanders in verzet en dat werd het begin van Nederland als zelfstandige staat.
Aan het eind van deze opdracht kun je
- minimaal twee redenen noemen waarom de Nederlanders in verzet kwamen tegen de regering van Filips II.
- de belangrijkste gebeurtenissen in de Opstand in eigen woorden beschrijven.
- illustreren wat het verband is tussen de Opstand en andere belangrijke ontwikkelingen in deze tijd.
- concluderen welke gevolgen de Opstand had voor de inwoners van ons land.
De antwoorden op deze vragen schrijf je in je schrift of typ je in OneNote.
Inleiding - De Opstand en de Republiek der Nederlanden
In de 16e eeuw bestond Nederland nog niet. De Bourgondische hertogen (tijdvak 4) hadden wel al iets van een eenheid hadden gesmeed. Via een huwelijk kwam het gebied in handen van de Spaanse Habsburgers.
Toen Karel V de Nederlanden erfde, waren de Nederlanden een losse verzameling provincies. Het was een overwegend agrarisch gebied met een handjevol middeleeuwse steden. Het bestuur van elke provincie was verschillend geregeld. Bestuurders kwamen meestal voort uit de adel en de rijke burgers in de stad.


Land van middeleeuwse steden
De belangrijkste steden in de 15e eeuw lagen in het huidige Vlaanderen. Steden als Brugge en Gent waren economisch gezien, zeer machtig. Vanuit de Vlaamse steden werd handel gedreven met Engelse, Duitse en Italiaanse steden.
In het noordoosten waren de Hanzesteden welvarend. De voornaamste stad in de provincie Holland was Dordrecht. De economische betekenis van de regio Holland won in de 16e eeuw terrein ten koste van de Hanzesteden.
Grote zeeschepen konden in Holland gemakkelijker terecht. Bovendien werkten de steden in Holland meer met elkaar samen en stonden ze samen sterk tegenover concurrenten of vijanden.
De steden waren economische centra in een verder agrarisch ingestelde samenleving. Belastinggelden voor de vorst werden hoofdzakelijk door de steden opgebracht.
De burgers in de steden, rijk geworden door handel, kregen meer macht. Dat leidde steeds vaker tot conflicten met de adel of met de vorst.
Inwoners van de steden waren het niet eens met de steeds hogere belastingen die de vorst oplegde.
In 1537 legde Karel V de stad Gent een zware belasting op. Na een wilde staking en opstand kwam Karel persoonlijk naar de stad om de inwoners te straffen. Hij ontnam hen allerlei privileges en hun zelfstandigheid. Vele Gentenaars, waaronder vijftig creesers (armen zonder stadsrechten) alleen maar gekleed in een hemd en met een strop om de hals, werden gedwongen zijn genade af te smeken.

De Nederlanden vóór de Opstand
Karel V maakte van de Zeventien Provinciën der Nederlanden één overerfbaar gebied. Hij liet dat vastleggen in een geschrift: de Pragmatieke Sanctie (4 november 1549).
De Bourgondische hertogen in de 14e en 15e eeuw sprokkelden de gebieden op de afbeelding bij elkaar (zie Tijdvak 4). Na de dood van Karel de Stoute in 1477 kwam het gebied met de naam Bourgondië weer in handen van Frankrijk. De Bourgondische Nederlanden als rijk kwamen in Habsburgse handen. Karel V zag de Nederlanden als een bestuurlijke eenheid. Hij maakte het gebied overerfbaar zodat het niet uiteen viel na de dood van een vorst.
Karel V wilde de Nederlanden centraal besturen, vanuit de stad Brussel. Door de politiek van centralisatie kreeg de adel steeds minder te vertellen. Filips II, de zoon van Karel V, zette die politiek vanaf 1555 voort.
Er ontstond steeds meer onvrede over de hoge belastingen en de felle vervolging van de aanhangers van de reformatie. Deze onvrede leidde tot verzet en oorlog tegen de Spaanse koning.
Enkele hoofdrolspelers in aanloop naar de Opstand
Filips II
Mijn vader Karel V, voelde zich verbonden met de Nederlanden, maar voor mij als Spanjaard was het anders. Ik had een hekel aan die koude en natte provincies met inwoners die nooit deden wat ik wilde. Het was daar altijd wat. Het is maar goed dat ik dat in 1555 nog niet wist toen ik mijn vader opvolgde. Helaas had ik tijdens mijn regeerperiode teveel aan het hoofd. Vooral door de oorlog met Frankrijk was het lastig om af te rekenen met die opstandige edelen in de Nederlanden. Toen ik in 1559 uit Brussel naar Spanje vertrok leek alles onder controle en vertrouwde ik op de trouw van Willem van Oranje. Ik had mijn halfzus Margaretha precies verteld hoe ze het gebied moest regeren. Achteraf gezien was het een fout om haar die taak te geven. Voor mij was het een heilige plicht om de rooms-katholieke kerk te verdedigen.

Niet alleen tegen de moslims die Europa aanvielen maar vooral ook tegen de protestantse ketters. Dat sommige opstandige edelen in de Nederlanden zich bekeerden tot het protestantse geloof vond ik walgelijk. De inquisitie heeft helaas haar taak niet volledig kunnen uitvoeren want ik had ze graag allemaal een kopje kleiner gemaakt. Gelukkig heeft de grootste verrader, Willem van Oranje, zijn rechtmatige straf ontvangen.
Willem van Oranje
Toen ik jong was, had ik het allemaal heel goed voor elkaar. Ik was luthers opgevoed en kon prins worden van het prinsdom Orange. Keizer Karel V vond dat goed maar eiste wel dat ik rooms-katholiek werd. Ik kreeg een opvoeding aan het hof in Brussel en had daar een geweldige tijd. Ik werd diplomaat en kende alle belangrijke mensen: Alva, Granvelle, Filips II, noem ze maar op. Ik kon het redelijk goed met hen vinden en werd een belangrijk edelman. Dat kwam ook omdat ik een goede band had met keizer Karel V. Karel zei bij zijn aftreden tegen zijn zoon en opvolger Filips: ‘Van Willem zul je nog veel plezier hebben.’ Achteraf is dat een wrange herinnering want het is heel anders gelopen. Ik was vast van plan mijn nieuwe heer, Filips II, zo goed mogelijk te dienen en hem trouw te zijn. Tijdens de oorlog van Spanje tegen Frankrijk heb ik veel voor Filips gewerkt als onderhandelaar. Het stak me echter dat Filips zo wantrouwig tegenover mijn adellijke vrienden thuis stond. Toen Filips in 1559 vertrok naar Spanje heb ik hem nooit meer gezien. Door zijn onverzoenlijke houding tegen de protestanten werd hij uiteindelijk mijn vijand. Als iemand me van tevoren had verteld dat ik leider zou worden van een opstand tegen Spanje zou ik dat nooit hebben geloofd.


Margaretha van Parma
Voor mijn vader, de machtige Karel V, had ik alles over. Dat klinkt misschien vreemd als je weet dat ik hem in mijn hele leven maar een paar keer heb gezien. Net als hij had ik een sterke band met Vlaanderen. Met mijn halfbroer Filips II had ik geen goede band. Hem heb ik trouwens ook bijna nooit gezien. Hij gaf me weliswaar het bestuur over de Nederlanden in handen maar dat bracht me weinig goeds. Ik mocht het niet doen zoals ik zelf wilde. Filips bemoeide zich vanuit Spanje met alles. Zelf wilde ik graag een goede verstandhouding met de Nederlandse edelen. Toen ze me vroegen om de vervolging van protestanten te beëindigen en de inquisitie af te schaffen, was ik het ergens wel met hen eens. Ik heb de inquisitie toen op een laag pitje gezet maar ja mijn broer. Uiteindelijk heb ik het opgegeven toen Filips II een streng krijgsheer naar de Nederlanden stuurde, de hertog van Alva. Ik wilde niet meewerken aan zijn gewelddadige beleid.
Karel V
Ik ben de achterkleinzoon van Karel de Stoute die in 1477 omkwam. Ik erfde de Bourgondische Nederlanden en wist het gebied uit te breiden met Friesland, Overijssel, Groningen, Drenthe en het sinds 1493 zelfstandige hertogdom Gelre. Het is jammer dat ik niet meer tijd had om de Nederlanden goed te besturen. Ik wilde een sterk centraal gezag in Brussel. Omdat ik in Gent ben geboren had ik een sterke band met deze gebieden. Maar ja, ik was ook vorst van het Habsburgse grondgebied in Spanje, Italië en Oostenrijk. Ook werd ik door de Duitse keurvorsten gekozen als keizer van het Heilige Roomse Rijk. Over de overzeese gebieden heb ik het dan nog niet eens! Ik heb heel mijn leven veel gereisd om al die gebieden goed te besturen. In mijn laatste jaren heb ik veel getwijfeld over mijn optreden tegen de protestanten. In mijn ogen waren het ketters die hard aangepakt moesten worden. Ik dacht dat ik hen op andere gedachten kon brengen door ze angst aan te jagen en te vervolgen. Dat is niet gelukt en dat neem ik mezelf kwalijk.

Het bestuur in de Nederlanden - Gewestelijk bestuur
Elke provincie had zijn eigen standenvergadering ofwel Staten-vergadering. Hierin zaten de vertegenwoordigers van de drie standen: de adel, de geestelijkheid en de burgerij (steden).


De adel had in deze raad veel macht. Aan het hoofd van een staat of provincie stond een stadhouder. Hij was de plaatsvervanger van de landsheer. Zo was Willem van Oranje stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.
Hij had zo veel invloed op de rechtspraak en het bestuur.
Het bestuur in de Nederlanden - Centraal bestuur
Elke staat of provincie had vertegenwoordigers in de Staten-Generaal. De Staten-Generaal was in de 15e eeuw opgericht (Brugge, 1464). Voor een vorst was het zo gemakkelijker om belastingverhogingen door te voeren. Hij vroeg de Staten-Generaal dan om een bede.
Een bede was in feite geen verzoek maar een bevel om meer belasting te innen.



Met de instelling van een centraal bestuur in Brussel veranderde er veel. Naast de oude Staten-Generaal kwamen nieuwe bestuursinstellingen. De vorst (Karel V) wilde namelijk niet langer afhankelijk zijn van de Staten-Generaal. Hij wilde een krachtig en onafhankelijk bestuur dat werd geleid door professionele ambtenaren en juristen. De adel en de rijke burgers voelden dat hun bevoorrechte positie mogelijk was uitgespeeld. Zij wilden hun politieke macht niet delen met de nieuwe bestuurders. Er ontstond vooral bij de adel veel onvrede over de nieuwe situatie.
Karel V
Raad van State
In de Raad van State, opgericht in 1531 door Karel V, zaten de adviseurs van de landvoogd(es). Deze adviseurs waren de hoogste edelen van het land die adviseerden over belangrijke kwesties. De Raad kwam echter bijna nooit samen en had dus weinig macht. Dat was ook de reden dat belangrijke leden als Willem van Oranje en de graaf van Egmond na enige tijd nog weigerden om eraan deel te nemen.
Raad van Financiën
In deze raad zaten hoge ambtenaren met verstand van geld en financiën. Zij hielden toezicht op de financiële situatie in de Nederlanden en coördineerden de hogere belastingopbrengsten.
Geheime Raad
Deze raad bestond voornamelijk uit juristen en ging een belangrijke rol spelen in de nieuwe wetgeving en het bestuur.

Het begin van de Opstand
In 1566 was er veel armoede. De onrust die daaruit voortvloeide werd verergerd door woede over de harde kettervervolging van protestanten. De landvoogdes beloofde op verzoek van de adel om de vervolgingen te verzachten. Veel gevluchte protestanten keerden terug.
Er werden protestantse kerkdiensten gehouden. De bevolking werd er opgezweept door de hagenpreken. In 1566 werden heiligenbeelden en kerkinterieurs door woedende menigten verwoest.
Filips II stuurde naar aanleiding van de Beeldenstorm zijn meest gevreesde legeraanvoerder, de hertog van Alva, met een groot leger naar de opstandelingen in de Nederlanden. De Opstand was begonnen.
Verschillende fases in kaart gebracht - Fase 1
Fase 1 - 1566-1572:
De Beeldenstorm en het begin van de oorlog
In 1566 ging er met de Beeldenstorm een golf van geweld door de Nederlandse kerken. Filips II stuurde de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Er volgde een strenge vervolging van protestanten en harde onderdrukking.
Willem van Oranje
werd leider van de opstandige edelen. Hij probeerde, met weinig succes, met bij elkaar geraapte legertjes de Spanjaarden vanuit het buitenland te bevechten.


Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 2
Fase 2 - 1572-1576
Vanaf 1572 werden de Spaanse troepen met meer succes bevochten. Huurlegers van Willem van Oranje en zijn broer Lodewijk vielen het Nederlandse grondgebied aan.
Belangrijk was de inname van de stad Den Briel door de watergeuzen. Door deze veroveringen hadden de opstandelingen een eigen uitvalsbasis voor de oorlogsvoering. Steeds meer steden gingen de opstandelingen steunen. In 1572 werden de Staten van Holland weer bij elkaar geroepen. Willem van Oranje werd stadhouder en riep godsdienstvrijheid af.
Holland en Zeeland vochten nu openlijk tegen Filips II. De overige provincies stonden nog onder gezag van Filips II.
In 1576 werd er vrede gesloten waarbij de Zuidelijke Nederlanden zich aansloten bij Holland en Zeeland. Gezamenlijk wilden zij de Spanjaarden verdrijven die het land terroriseerden met plunderingen vanwege uitblijven van soldij. De opstandelingen wilden zo meer zelfstandigheid afdwingen bij Filips II.
Het woord geus dat eigenlijk bedelaar betekent, werd gebruikt als naam voor de tegenstanders van de Spanjaarden. Geuzen waren mensen uit de lage adel, avonturiers en zeelui, maar ook gewone mensen die tegen de Spaanse overheersing waren. De geuzen die zich terugtrokken op zee werden een belangrijk leger. De geuzen waren niet overal even geliefd omdat ze zich vaak schuldig maakten aan plundering van schepen, dorpen en steden.
Hun belangrijkste daad is de inname van Den Briel op 1 april 1572. In combinatie met de aanval vanuit het oosten door Willem van Oranje vormde het een keerpunt in de oorlog. De opstandelingen hadden nu een gebied van waaruit zij de oorlog voort konden zetten. In 1573 werden steden als Alkmaar en Leiden met hulp van de geuzen bevrijd.


Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 3
Fase 3 - 1576-1588
In 1579 onderwierpen de Zuidelijke Nederlanden zich opnieuw aan Filips II. Ze waren het niet eens met de vervolging van katholieken door de protestantse opstandelingen in het noorden. De Unie van Atrecht verenigde de Spaanse Nederlanden. De Noordelijke provincies en de Vlaamse steden Antwerpen en Gent verbonden zich in de Unie van Utrecht. De strijd barstte opnieuw los tussen de opstandelingen en de Spanjaarden met hun nieuwe leider de hertog van Parma (zoon van Margaretha van Parma!).
Het Plakkaat van Verlatinghe, ook bekend als de Acte van Verlatinghe en Akte van afzwering werd getekend op 26 juli 1581, na het besluit door de Staten-Generaal der Nederlanden op 22 juli. Hiermee werd Filips II afgezet als wettige heerser der Nederlanden. Dit plakkaat wordt gezien als de onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden.
In dit plakkaat besloten de gewesten Brabant, Gelre en Zutphen, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen en Utrecht om Filips II vervallen van de troon te verklaren, omdat hij de vrijheden van de burgers niet erkende. Er werd gezocht naar een nieuwe vorst, maar die werd niet gevonden. Hierdoor werden de Nederlanden later een republiek.


De moord in opdracht van Filips II op Willem van Oranje in 1584 was een zware slag voor de opstandelingen.
In 1588 besloten de opstandelingen dat het hoogste gezag bij henzelf moest komen te liggen. De soevereiniteit, het hoogste staatsgezag, kwam zo bij staten zelf te liggen in plaats van bij een koning of vorst. Omdat de staten vertegenwoordigd waren in de Staten-Generaal werd dat de regering van het land.
De opstandige provincies werden zo samen de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 4
Fase 4 - 1588-1598
Het jaar 1588 was heel belangrijk. De opstandelingen leken de oorlog te gaan verliezen. Twee gebeurtenissen voorkwamen dit. Ten eerste kreeg Filips II oorlog met Frankrijk die veel aandacht opeiste. Ten tweede ging een grote oorlogsvloot van de Spanjaarden, de Armada, ten onder tegen de Engelsen. Met deze vloot wilde Filips ook vechten tegen de Nederlandse opstandelingen. Nu dat niet door kon gaan, hadden de opstandige provincies tijd om orde op zaken te stellen.

In de periode 1588-1598 wisten stadhouder prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje, samen met zijn neef Willem Lodewijk vele militaire successen te halen op de Spanjaarden. Het grondgebied van de opstandelingen werd zo flink uitgebreid.
Koning Filips II werd definitief afgezworen en de Nederlanden gingen voortaan verder als een republiek.

Verschillende fasen in kaart gebracht - Fase 5
Fase 5 - De Republiek na 1600
Vanaf 1598 volgden nog vele veldslagen tussen de legers van de Republiek en de Spaanse legers. Geen van de partijen kon echter de oorlog winnen.
In 1609 tot 1621 werd een wapenstilstand afgesproken. In die periode werd geen oorlog gevoerd. In 1621, toen dit Twaalfjarig Bestand afliep, werd de oorlog voortgezet.

In de periode 1621-1648 kon geen van beide partijen de ander definitief verslaan. In 1648 werd definitief vrede gesloten: de Vrede van Münster.
De eerste keer dat de Staten-Generaal in Den Haag bijeenkwam, was aan het eind van de zestiende eeuw. Deze Staten-Generaal kreeg een heel andere functie dan de vroegere instelling met dezelfde naam.
De Staten-Generaal van de Republiek vormde in feite de regering van het land. Het was een vergadering van de zeven zelfstandige provincies die samen de Republiek vormden.
Elke provincie had afgevaardigden in de Staten-Generaal in Den Haag. Meestal waren dit edelen of rijke burgers. De rijke kooplieden uit Holland en Zeeland waren erg machtig.
In de landprovincies had de adel de meeste macht. Iedereen die voor de overheid wilde werken, moest protestants zijn. Er zaten dus geen katholieken in de Staten-Generaal.
Bij de Vrede van Münster kreeg de Republiek het recht de Schelde af te sluiten. De scheepvaart richting de haven van Antwerpen was ook in de jaren daarvoor al bijna stil komen liggen en Antwerpen had haar positie als belangrijke haven al grotendeels verloren. Goed nieuws voor Amsterdam dat onder andere hierdoor kon uitgroeien tot een wereldhaven.
Amsterdam werd ook een toevluchtsoord voor mensen die op andere plekken werden vervolgd om hun geloof. Veel hugenoten, Franse protestanten, kwamen in Amsterdam terecht.
Opdracht 1
Inleiding
In de 16e eeuw bestond Nederland nog niet. De Bourgondische hertogen (tijdvak 4) hadden wel al iets van een eenheid gesmeed. Via een huwelijk kwam het gebied in handen van de Spaanse Habsburgers.
Toen Karel V de Nederlanden erfde, waren de Nederlanden een losse verzameling provincies. Het was een overwegend agrarisch gebied met een handjevol Middeleeuwse steden. Het bestuur van elke provincie was verschillend geregeld. Bestuurders kwamen meestal voort uit de adel en de rijke burgers in de stad.
Bestudeer de onderdelen "Land van middeleeuwse steden" en "Het bestuur van de Nederlanden" uit de tekst hierboven en beantwoord de vragen.
KB: Land van middeleeuwse steden
KB: Het bestuur in de Nederlanden
- Op welke manier kreeg keizer Karel V de Nederlandse provincies in handen?
- Door heel Nederland te veroveren.
- Doordat hij deze gebieden erfde.
- Wie bestuurden de Nederlandse provincies?
- De rooms-katholieke kerk.
- Edelen en burgers.
- Welke steden waren belangrijk voor de belastinginkomsten van de keizer?
- De handelssteden in Vlaanderen, de Hanzesteden en Hollandse steden zoals Dordrecht.
- De hoofdsteden van de provincies.
- Waardoor ontstonden er conflicten tussen de keizer en de handelssteden?
- De handelssteden wilden onafhankelijk worden van de keizer.
- De keizer wilde de steden dwingen om hogere belastingen te betalen.
- Wat zijn privileges?
- Voorrechten waardoor steden zelfbestuur en handelsvoordelen hadden.
- Belastingen die steden mochten innen van handelaars.
Opdracht 2
De oorzaken van de Opstand
Lees nu informatie over de Nederlanden vóór de Opstand.
KB: De Nederlanden vóór de Opstand
Hieronder bekijk je vijf uitspraken. Van wie is welke uitspraak?
Kies uit: Filips II, Kardinaal Granvelle, Karel V, Willem van Oranje en Landvoogdes Margaretha van Parma.
- Ik weet achteraf niet zeker of ik er goed aan deed de ketters zo hard aan te pakken in mijn gebieden.
- Ik kan Margaretha en Oranje niet vertrouwen; zij treden niet hard genoeg op tegen de ketters.
- Ik wilde namens mijn broer goed regeren en geweld zien te voorkomen, maar dat is helaas niet gelukt.
- Als man van de kerk en raadsman van de koning adviseer ik keihard op te treden tegen de ketters.
- Ik was altijd een trouwe dienaar van de keizer en de koning en had nooit gedacht dat ik nog eens tegen hem in opstand zou komen.
Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Opdracht 3
De Opstand
Om goed overzicht te krijgen van gebeurtenissen, is het handig om een tijdbalk te maken.
In deze les gaat het om een aantal gebeurtenissen die samen de Opstand vormen.
Lees nu in de tekst hierboven de informatie over het begin en alle verschillende fasen van de Opstand.
KB: Begin en verloop van de Opstand
Verwerk nu de informatie uit de Kennisbank in een tijdbalk. Je kunt je tijdbalk op papier maken, maar je kunt ook kiezen voor digitaal.
In je tijdbalk moeten de volgende jaartallen voorkomen:
1566 - 1572 - 1579 - 1584 - 1581 - 1588 - 1596 - 1609 - 1648.
Noteer niet alleen de belangrijkste gebeurtenissen, maar zet er ook steeds een passende afbeelding bij.
Opdracht 4
Willem van Oranje
De Engelse beroepsmilitair Walter Morgan was van 1572 tot 1574 kapitein in de legers van Willem van Oranje. Hij hield een dagboek bij. Daarin beschrijft hij hoe de prins van Oranje met zijn leger bij de stad Roermond aankomt en probeert de burgers van de stad over te halen om zich bij hem aan te sluiten.
Aan het slot van de redevoering van Willem van Oranje moesten de inwoners van Roermond besluiten wat zij zouden doen: zich wel of niet aansluiten bij de opstand tegen de koning. De inwoners van Roermond vonden dat de prins volkomen terecht de wapens tegen de koning had opgenomen. Hij had het recht om te vechten tegen het afschaffen van de privileges door de Spaanse koning. Maar toch besloten de inwoners zich niet bij Willem van Oranje aan te sluiten. Ze waren bang voor de wreedheden die het grote leger van de koning zou begaan, zoals dat ook andere plaatsen was gebeurd. Bovendien betwijfelden zij of de prins en de opstandelingen sterk genoeg zouden zijn om tegen het kolossale leger van de koning weerstand te bieden.
Toen besloot Willem van Oranje Roermond met geweld in te nemen. De arme inwoners van Roermond hadden helemaal geen ervaring met het gebruik van vuurwapens. Het lukte Willem van Oranje de stad zonder veel bloedvergieten te veroveren. Onder de burgerij waren bij de verovering 24 slachtoffers gevallen.
- Leg met behulp van de bron uit dat het conflict in de Nederlanden gezien kan worden als een burgeroorlog.
- Leg met behulp van de bron uit dat het conflict in de Nederlanden gezien kan worden als een opstand tegen de politiek van de koning van Spanje.
Opdracht 5
Luther en Calvijn
In de middeleeuwen was het gewoon dat de vorst het geloof van zijn onderdanen bepaalde. De godsdiensthervormers Luther en Calvijn waren het op dit punt niet met elkaar eens. Luther was het eens met de opvatting dat de vorst het geloof van zijn onderdanen kon bepalen (en dat de onderdanen zich daar niet tegen mochten verzetten). Volgens Calvijn mochten onderdanen zich wel verzetten tegen de godsdienstpolitiek van de vorst.
In de zestiende eeuw kregen de ideeën van Calvijn meer aanhang in de Nederlandse gewesten dan de ideeën van Luther. Leg uit waarom.
Begrippenlijst
Hagenpreken
Hagenpreken zijn preken in het geheim in het open veld van aanhangers van Calvijn.
Bede
Een verzoek, in feite meer een bevel, aan de Staten-Generaal om meer belasting te mogen innen.
Karel V
Karel V was koning van Spanje (met delen van Italië en van Amerika), keizer van het Duitse Rijk en Heer van de Zeventien Nederlanden.
Hanzesteden
Steden die lid zijn van het Hanzeverbond. Dit is een handelsgilde waarbij verschillende steden een overeenkomst met elkaar gesloten hadden, o.a. ter verbetering van verbindingen.
Staten-Generaal
De gewesten werkten samen in de Staten-Generaal, een overleg waar elk gewest een aantal politici naar toe stuurde.
Stadhouder
Een stadhouder was de legeraanvoerder en werd door elk gewest apart aangewezen. Het was wel altijd iemand uit de familie van Van Oranje.
Stand
Een gesloten sociale groepering met een bepaalde sociale status en bijbehorende voorrechten en plichten.
Standenvergadering
De vertegenwoordigers van de drie standen hadden zitting in een standenvergadering (een soort parlement).
Geheime Raad
Deze raad bestond voornamelijk uit juristen en ging een belangrijke rol spelen in de nieuwe wetgeving en bestuur.
Raad van Financiën
In deze raad zaten hoge ambtenaren. Zij hielden toezicht op de financiële situatie in de Nederlanden en coördineerden de hogere belastingopbrengsten.
Raad van State
Opgericht in 1531 door Karel V. In de Raad van State zaten de adviseurs van de landvoogd(es). Deze adviseurs waren de hoogste edelen van het land die adviseerden over belangrijke kwesties.
Pragmatische Sanctie
Een geschrift waarin door Karel V in 1549 vastgelegd werd dat de Zeventien Provinciën der Nederlanden één overerfbaar gebied werden.
Granvelle
Een Habsburgse staatsman en een groot tegenspeler van de Nederlandse edelen.
Privilege
Een bijzonder recht of voorrecht op iets dat je krijgt of mag.
Centralisatie
Het streven naar een organisatie of natie die zo veel mogelijk vanuit één centraal punt of zelfs door één centraal orgaan of persoon bestuurd wordt.
Margaretha van Parma
Margaretha was landvoogdes van de Nederlanden. Zij regeerde in de Nederlanden in opdracht van haar broer, koning Filips II. Margaretha was niet zo streng als haar broer. Zij zorgde ervoor dat de protestanten in Nederland niet zo streng in de gaten gehouden werden. Hierdoor kregen zij meer vrijheid.
Filips II
Zoon van Karel V en zijn opvolger in Spanje en de Nederlanden. Hij regeerde vanuit Madrid.
Sluiting Schelde
Tijdens de oorlog sloten de opstandelingen de toegang tot de Schelde af. Daardoor kon Antwerpen zich niet verder ontwikkelen als haven.
Opstand
Bij de komst van Alva met zijn Spaanse troepen vluchtte Willem van Oranje naar Duitsland. Van daaruit begon hij de strijd tegen de Spaanse troepen.
Watergeuzen
Watergeuzen zijn opstandelingen die naar zee uitgeweken zijn. Zij namen in 1572 Den Briel in. Andere Hollandse steden kozen voor de opstand. Willem vestigde zich in Delft. Hij werd stadhouder van Holland.
Unie van Utrecht
De opstandige gewesten sloten samen in Utrecht een Unie (1579).
Afzetten Filips II
Het antwoord van de opstandige gewesten: Filips werd niet meer erkend als vorst. Filips bleef in zijn ogen echter Heer der Nederlanden. In 1581 werd Filips afgezet: het Plakkaat van Verlatinge.
Moord Willem van Oranje
Willem van Oranje werd in 1584 in Delft vermoord.
Maurits
Maurits is de zoon van Willem van Oranje. Hij volgde zijn vader op als stadhouder van Holland. Hij was de legeraanvoerder in de strijd tegen de Spanjaarden.
Beeldenstorm
In 1566 begonnen calvinisten in Vlaanderen beelden uit de kerken neer te halen en kapot te slaan. Deze beeldenstorm ging van plaats naar plaats, tot helemaal in Friesland en Groningen.
Alva
Spaans hertog en legeraanvoerder. Filips II stuurde hem naar de Nederlanden om de orde te herstellen. Hij trad streng op en liet edelen onthoofden.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
In 1588 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden opgericht.
Amsterdam wereldhaven
Amsterdam ontwikkelde zich tot een wereldhaven: met eerst vooral handel op de Oostzee, maar later met handel over de hele wereld.
Plakkaat van Verlatinghe
De Staten verklaarden op 26 juli 1881 dat hun vorst, Filips II, de vrijheden en rechten van steden en vorstendommen had geschonden en verklaarden hem vervallen van de troon. Zijn troon werd verlaten verklaard of wel Filips II werd afgezet als heerser.
Maak jouw eigen website met JouwWeb